vrijdag 30 december 2016

Christmas with The London Quartet

Een kerstconcertje is altijd meegenomen eind december. Vorige week hebben we in de Stadsschouwburg van Brugge een bijzonder gesmaakt optreden bijgewoond van Cantabile – The London Quartet, een groep van vier Engelse vocalisten: een bariton, twee tenoren en een sopraan. Hun stemmen passen wondermooi bij elkaar. We kregen zowel a-capellastukken te horen als stukken waar het viertal begeleid wordt door piano.

Cantabile – The London Quartet

The London Quartet is een internationaal gerenommeerde groep, een van de meest vooraanstaande uit het Verenigd Koninkrijk. Ze combineren virtuoze zang met fijnzinnige humor, en genieten wereldwijd waardering voor hun unieke kerstconcerten.

We hebben slechts een handjevol religieuze kerstliederen gehoord. Het programma van de avond bestond voornamelijk uit een ruime selectie traditionele Christmas carols en enkele minder bekende kerstliederen. Erg leuk is hun compilatie van 28 bekende kerstliederen, die ze op een sublieme manier weten te combineren tot één enkel nummer van amper twee minuten.

Krijg je de kans om deze groep aan het werk te zien, twijfel dan niet! In het voorjaar van 2017 komen ze terug naar België (maar dan niet met een kerstconcert natuurlijk): op 4 maart in Lommel, op 5 maart in Heusden-Zolder en op 30 maart in Wemmel.

www.cantabile.com

donderdag 29 december 2016

Beauty and the Beast – De musical

Nog tot 2 januari kun je in Flanders Expo naar Beauty and the Beast gaan kijken. We hadden deze musical in 2007 al gezien in de Antwerpse Stadsschouwburg, maar na al die tijd wilden we nog wel een keer van dit spektakel genieten. Op een paar acteurs na met een andere cast, en met een compleet ander decor en andere kostuums, maar gelukkig wel met dezelfde vertrouwde muziek en liedjesteksten. Toch weer een compleet andere belevenis.

De muziek voor deze schitterende en naar het einde toe ontroerende musical werd in 1991 geschreven door Alan Menken voor de gelijknamige Disney-animatiefilm. De originele (Engelstalige) filmsoundtrack maakt uiteraard al jaren deel uit van mijn muziekcollectie, maar ook de Vlaamse musicalversie (naar het Nederlands vertaald door Martine Bijl en vervolgens naar het Vlaams hertaald door Els De Schepper) mag er natuurlijk best zijn.

Beauty and the Beast 2016

Wat de presentatie betreft, zijn de musicalversies van 2007 en 2016 erg verschillend. Negen jaar geleden zat het publiek op comfortable stoelen in een klassieke theaterzaal allemaal in dezelfde richting te kijken: naar het podium van de schouwburg. Deze keer werd gekozen voor de grote hal 8 van Flanders Expo, waar voor de gelegenheid een podium in de vorm van een roos is gebouwd, met de toeschouwers in een halve cirkel daaromheen. Dure stoelen op het parterre vlakbij het podium, (iets) voordeliger zitjes op de tribunes, vanwaar je het even goed kunt zien (toch zeker wanneer je, zoals wij, op de eerste rij zit). Achter het podium staat een gigantisch scherm waarop bewegende achtergronden geprojecteerd worden. Dan is er nog een groot decorstuk met een monumentale trap voor de scènes in het kasteel, dat af en toe wordt omgedraaid en dan dienst doet als decor voor de herberg. Bij heel wat scènes schieten vervolgens kleinere decorstukken vanuit de grond omhoog of worden ze vanaf het plafond naar beneden gelaten. Allemaal heel knap gemaakt. Op een bepaald moment – bij de bibliotheekscène – vliegen er zelfs grote boeken door de lucht. Niet aan touwtjes uit het plafond, maar het zijn vermomde, telegeleide drones.

De hoofdrollen worden vertolkt door Jan Schepens (die net als in 2007 op een schitterende manier het Beest vertolkt) en Josje Huisman (Belle). Andere belangrijke rollen zijn voor Peter Van De Velde (Lumière, ook al in 2007), Ivan Pecnik (Tickens), Dieter Troubleyn (Gaston), Peter Thyssen (Lefou), Barbara Dex (Mevrouw Pot), Frank Hoelen (Maurice), Eline De Munck (Babette) en Saskia Schäfer (La Commodia).

De keuze van Josje Huisman (ex-K3) voor de rol van Belle lokt misschien wat extra bezoekers, maar de musicalstem van Ann Van den Broeck, die in 2007 Belle vertolkte, zit toch duidelijk een klasse hoger. Begrijp me niet verkeerd, Josje doet het absoluut niet slecht, maar ze haalt niet het niveau van échte musicalsterren met meerdere musicalawards op hun naam.

In ieder geval hebben we alle drie erg van deze vertoning genoten. Het gekende verhaal en de vertrouwde muziek, de meer dan behoorlijke zang- en acteerprestaties, de belichting, de kostuums, het decor en de onverwachte extraatjes (sneeuw in het bos, acteurs die schijnbaar uit het niets op het podium verschijnen, vliegende boeken, slingers, ...), maken deze productie helemaal af. Een aanrader!

Daarnaast is Belle een van mijn favoriete Disney-prinsessen, omdat ik mij als introverte boekenliefhebber natuurlijk heel goed met haar kan identificeren. De fans van Beauty and the Beast hebben binnenkort in ieder geval wéér iets om naar uit te kijken, want in maart 2017 komt er een nieuwe film in de bioscoopzalen. Het gaat om een live-action remake van de animatiefilm uit 1991, met Emma Watson in de rol van Belle. Hieronder vind je alvast de trailer:

www.beautyandthebeast.be

donderdag 17 november 2016

De IJ

Na meer dan een half leven twijfelen hoe het nu precies moest, ben ik er inmiddels al een tijdje achter dat je woorden als IJslander en IJzer wel degelijk met twee hoofdletters moet schrijven. De reden dat ik daar zo lang over heb moeten nadenken, is dat dat op het eerste zicht tegen alle logica in gaat. Op school hebben we immers duidelijke regels voor het gebruik van hoofdletters geleerd, en ze hebben ons nooit verteld dat je bij sommige woorden niet enkel de eerste, maar ook de tweede letter als hoofdletter moest schrijven.

Ik ben er dus lang van overtuigd geweest dat je Ijslander en Ijzer moest schrijven – dus met een hoofdletter I gevolgd door een kleine letter j – en als verwoed kruiswoordpuzzelaar ergerde ik me er ook steevast aan dat je in de meeste kruiswoordraadsels de IJ in één vakje moest proppen, ondanks het feit dat het wel degelijk om twee aparte letters gaat.

Er zijn nog meer zaken waar ik me aan erger. Dat mensen de IJ en de Y met elkaar verwarren, bijvoorbeeld. Dat wiskundedocenten het steeds over ‘x en ij’ hebben wanneer ze het over ‘x en ypsilon’ (of ‘x en i-grec’) zouden moeten hebben. En erger nog: dat woorden die met IJ beginnen – zoals IJslander – in sommige woordenlijsten onder de Y gealfabetiseerd worden in plaats van onder de I.

Maar ondertussen weet ik precies hoe het zit met die IJ. Of dat denk ik toch.

In het Nederlands is de ij namelijk een digraaf en een ligatuur. Digraaf is gewoon een ander woord voor tweeklank. Een ligatuur is een typografisch begrip waarbij een teken samengesteld is uit twee of meer letters.

Een bekende ligatuur is bijvoorbeeld de œ in het Frans, die samengesteld is uit een o en een e. Je vindt deze ligatuur terug in Franse woorden als sœur, œuvre en œuf. Dat laatste woord schrijf je aan het begin van de zin als Œuf. Zie je al waar dit naartoe gaat? Begint Œuf nu met twee hoofdletters in plaats van één? Neen, helemaal niet! Aan het begin van Œuf staat één hoofdletter, namelijk de Œ, een ligatuur die samengesteld is uit een O en een E.

Net als de O en de E in Πvormen ook de I en de J in IJ een ligatuur, met dat verschil dat de I en de J hier niet tegen elkaar aan kleven en je dus nog steeds de samenstellende letters apart kunt onderscheiden. Maar omdat het om een ligatuur gaat, wordt ij dus IJ (en niet Ij) aan het begin van een zin of aan het begin van een eigennaam.

De ij-toets op een oude Nederlandse schrijfmachine

De IJ en de ij zijn ook als één teken (glyph) opgenomen in de Unicode-standaard. Unicode is een internationale standaard waarin zo goed als alle bestaande tekens uit bijna alle talen ter wereld een plaatsje hebben gekregen. Computers maken gebruik van Unicode om al die tekens op te slaan en weer te geven. De Unicode voor de IJ is U+0132, voor de ij U+0133. Maar die codes worden uiterst zelden gebruikt. Wanneer je echter Unicode U+0133 gebruikt voor de ij, dan zal de computer wel correct ‘ijzer’ veranderen naar ‘IJzer’ wanneer je hem vraagt om het woord met een hoofdletter te laten beginnen (een functie die in het Engels ‘capitalize’ heet).

Wanneer je de IJ als één teken beschouwt (en dus Unicode U+0132 gebruikt in plaats van twee aparte letters I + J), dan heeft dat nog meer gevolgen. Wanneer je een woord aanspatieert (d.w.z. wanneer je meer ruimte tussen de letters plaatst), dan krijg je bijvoorbeeld dit:

V R IJ D A G (in plaats van V R I J D A G)

Of als je de letters onder elkaar plaatst, zoals in een kruiswoordpuzzel, dan krijg je dit:

V
R
IJ
D
A
G

In de meeste lettertypen zul je geen of nauwelijks verschil zien tussen de ligatuur-IJ en de aparte letters I + J, maar in sommige lettertypen is dat verschil wél duidelijk. In het lettertype Familiar Pro bijvoorbeeld wordt de I een flink stuk korter en wordt hij als het ware in de J geschoven. Het geheel lijkt dan sterk op een hoofletter U met een stukje eruit.

De combinatie I + J (uiterst links) en de ligatuur-IJ (uiterst rechts) in het lettertype Familiar Pro

In Nederland is het gebruik van de ij als ligatuur veel meer ingeburgerd dan in Vlaanderen (al zijn natuurlijk lang niet alle Nederlanders zich daarvan bewust). Nederlanders schrijven dus vaker ‘IJzer’, Vlamingen vaker ‘Ijzer’. Vóór de invoering van de personal computer hadden Nederlandse schrijfmachines vaak een aparte toets waarop de ij als één teken stond, maar merkwaardig genoeg kon met die toets alleen de kleine letter ij getypt worden, niet de hoofdletter IJ (zie foto aan het begin van dit artikel).

Tot slot nog dit: de IJ mag alleen een ligatuur worden wanneer het om de digraaf (tweeklank) gaat. In het Nederlands is dat het geval bij de meeste woorden met een IJ, maar niet altijd. Een tegenvoorbeeld is een uit het Frans afkomstig woord als bijouterie. Hier gaat het niet om de digraaf ij, met andere woorden: de i en de j vormen in dat woord geen tweeklank en horen daarom niet bij elkaar. Ze behoren immers tot twee verschillende lettergrepen: bi-jou-te-rie.

Samengevat: voortaan schrijf ik woorden als IJsland en en IJzer met twee hoofdletters, en ik voel me daar niet langer ongemakkelijk bij.

Meer over de ij vind je op onderstaande links naar Wikipedia, het Genootschap Onze Taal en de website van Ruud Harmsen. Je leest er onder andere waarom het soms toch zin heeft om woorden met een IJ in alfabetische lijsten onder de Y te sorteren.

nl.wikipedia.org
onzetaal.nl
rudhar.com

RRFFF 2016

Van 10 tot 15 november vond in Brugge weer het Razor Reel Flanders Film Festival plaats, kortweg RRFFF. Traditiegetrouw heb ik weer enkele filmpjes meegepikt. Het gaat voornamelijk om minder commerciële films uit het fantastische genre: scifi, horror, fantasy, anime, psychologische thrillers et cetera. Een aantal vertoningen wordt traditioneel gecombineerd met een Q&A met de makers (regisseurs, producers, acteurs en actrices). Er is ook een selectie aan kortfilms.

Razor Reel Flanders Film Festival 2016

Naast nieuwe producties worden ook vaak enkele oudere cultfilms vertoond. Eén van die oudere films dit jaar was Star Trek: The Motion Picture. Met de eerste Star Trek-film, uit 1979, wilden de organisatoren een ode brengen aan 50 jaar Star Trek. Hoewel slechts weinige Trekkies dit als hun favoriete film zullen beschouwen – er zit niet genoeg vaart in – vond ik het toch wel de moeite om de film nog eens op een groot bioscoopscherm te bekijken. De film kreeg drie Oscarnominaties, waaronder die voor de beste muziek. De symfonische score van Jerry Goldsmith is inderdaad subliem, en zindert momenteel, meer dan vijf dagen na de voorstelling, nog altijd na in mijn hoofd.

Ik hoop dat mijn mede-Trekkies het me zullen vergeven, maar ik heb er jammer genoeg niet op tijd aan gedacht om dat aan te kondigen in de Facebook-groep van de Star Trek-fanclub. Anders waren er misschien nog wel een paar fans van de andere kant van het land naar Brugge gekomen...

Eergisteren werd het festival in stijl afgesloten met Train to Busan, een zeer goed gemaakte Koreaanse zombiefilm (met fast zombies). Totaal iets anders dan The Walking Dead.

Lang niet iedereen houdt van dit soort films, maar het festival is erg succesvol en kan op een schare toegewijde bezoekers rekenen. Volgend jaar ben ik dus zeker weer present!

www.rrfff.be

woensdag 16 november 2016

Robbedoes

In mijn jonge jaren las ik graag Robbedoes, een weekblad vol met strips, waarvan de meeste als vervolgverhaal in wekelijkse afleveringen verschenen. Dankzij dat weekblad heb ik kennis gemaakt met reeksen als Yoko Tsuno, De Blauwbloezen, Guust Flater, Agent 212, Bollie en Billie, en natuurlijk Robbedoes en Kwabbernoot. Af en toe stonden in Robbedoes ook artikels en interviews. Ik herinner me een interview met kunstenaar Robert McCall, die in 1976 een grote muurschildering maakte voor het National Air and Space Museum in Washington, en artikels over mysterieuze onderwerpen zoals het Paaseiland, de lijnen van Nazca en het Moberly-Jourdain-incident. Als mijn geheugen me niet in de steek laat ten minste, want het kan evengoed zijn dat ik die artikels elders gelezen heb.

Robbedoes verzamelalbum 152Het begon eigenlijk met een verzamelboek dat ik op zekere dag van mijn oma kreeg: een dikke bundeling van eerder verschenen nummers van het weekblad. Het was een geniale zet van de uitgeverij om de te veel gedrukte, niet verkochte nummers van het weekblad toch nog te gelde te maken. Om de zoveel tijd werden die overschotjes gebundeld in dikke verzamelalbums, die dan weer in de boekwinkel verkocht konden worden. Het voordeel van zo'n verzamelalbum was dat je al die vervolgverhalen, die anders in wekelijkse afleveringen verschenen, gewoon achter elkaar kon lezen. Een beetje zoals bingewatching op Netflix, maar dan met stripverhalen. Maar het had natuurlijk ook nadelen: sommige verhalen waren aan het einde van het album nog niet af, dus je moest de volgende bundel kopen als je de rest wou lezen.

Na het verzamelboek had ik de smaak te pakken, en begon ik wekelijks de losse nummers te kopen. In de zomer, wanneer er veel toeristen verbleven in de badplaats waar ik woonde, had ik wel eens pech en was Robbedoes soms al uitverkocht op het moment dat ik naar de krantenwinkel kon gaan. Maar gelukkig verkochten ze aan de kust ook de Franse versie van het blad, Spirou. Op die manier heb ik dus ook een aantal nummers van Spirou gekocht en gelezen, om maar niets van mijn favoriete strips te moeten missen. Ineens las ik geen Blauwbloezen, Robbedoes en Kwabbernoot, Guust Flater of Bollie en Billie meer, maar Les Tuniques Bleues, Spirou et Fantasio, Gaston Lagaffe en Boule et Bill. Gaston Lagaffe (m’enfin!) was overigens in het Frans soms nóg grappiger dan Guust Flater (nou moe?) in het Nederlands was.

Robbedoes / Spirou was niet het enige stripblad in die tijd. Grote concurrent was Kuifje / Tintin, waarvan de laatste nummers in 1993 verschenen. Hoewel ik wel een groot fan was van Kuifje, de stripreeks van Hergé, was ik geen liefhebber van het weekblad met dezelfde naam. Van dat weekblad las ik soms wel enkele nummers in de wachtkamer bij de tandarts, maar de reeksen die erin stonden konden mij niet erg bekoren.

Later ben ik erachter gekomen dat mijn vader in zijn kindertijd ook al Robbedoes las. Ondertussen bestaat het weekblad Robbedoes niet meer. In 2005 werd het blad stopgezet omwille van de steeds slinkende verkoopcijfers. Spirou bestaat wel nog.

De reeks die mij uit die eerste Robbedoes-bundel best is bijgebleven en waarvan ik nog steeds een groot fan ben, is Yoko Tsuno. In mijn verzamelboek stonden wekelijkse afleveringen van het album De dochter van de wind, weet ik nog. Dat verhaal is in 1978 in Robbedoes en Spirou verschenen. De combinatie van tekenstijl en sciencefiction-elementen hebben spraken mij meteen aan. Ondertussen heb ik alle albums in mijn verzameling. Ik kijk al in spanning uit naar het volgende album, dat ergens in mei volgend jaar zal verschijnen.

www.spirou.com
www.yokotsuno.be

dinsdag 15 november 2016

FACTS 2016

Op 22 en 23 oktober werd Flanders Expo weer overspoeld door duizenden cosplayers en fans van sciencefiction, fantasy, superhelden, manga, anime, comics en al wat daarbij hoort. In een weinig flatterend en fel bekritiseerd krantenartikel in De Morgen werden ze ‘freaks’ genoemd, wat bij velen – terecht! – in het verkeerde keelgat is geschoten.

De bezoekers fan FACTS zijn immers geen freaks, maar geeks, die in bovengenoemde genres een uitlaatklep vinden om even te kunnen ontsnappen aan de saaiheid van het alledaagse bestaan. Het zijn overwegend vriendelijke, tolerante en intelligente mensen, die geen vlieg kwaad zouden doen. Het gemiddelde IQ van een FACTS-bezoeker ligt zonder enige twijfel een heel stuk boven dat van, zeg maar, een doorsnee-voetbalsupporter. Het beste bewijs is dat de FACTS-bezoekers zich allemaal netjes weten te gedragen, geen vernielingen aanbrengen, niemand de huid vol schelden, zich niet lazarus drinken, geen herrie schoppen, geen grove taal gebruiken en niet met elkaar op de vuist gaan.

Wat van voetbalsupporters beslist niet gezegd kan worden.

We komen met duizenden bijeen, maar toch moet er geen politie te paard opgetrommeld worden om de menigte in toom te houden. Neen, er mogen best meer van dat soort mensen zijn. De wereld zou er ongetwijfeld een heel stuk beter aan toe zijn!

Van rechts naar links: Annelies, Werner, Miche en ik

Het succes van FACTS en andere Comic Con-verwante evenementen is enorm, en het blijft maar toenemen. Het is dan ook niet echt een verrassing dat FACTS 2016 nóg uitgebreider was dan FACTS 2015. Vanaf dit jaar pakt de organisatie overigens uit met niet één, maar twee evenementen per jaar. Naast de gebruikelijke FACTS in het najaar is er nu ook een Spring Edition in de lente.

Dit jaar ben ik voor het eerst twee dagen naar FACTS geweest. Vroeger volstond één dag, maar tegenwoordig lukt dat niet meer. Als je enkele Q&A’s met populaire film- en tv-acteurs wil zien, alle stands met merchandising wil aflopen, de cosplay-wedstrijd wil bijwonen, jezelf wil laten fotograferen als Doctor Strange, even naar het drone racing wil gaan kijken, een of meer workshops wil bijwonen en nog wat tijd wil vrijmaken om even bij te praten met vrienden en bekenden, dan is één dag FACTS tegenwoordig te kort.

Vroeger ging ik altijd alleen, maar dit jaar zijn mijn vrouw en dochter voor het eerst mee geweest, verkleed nog wel. Werner, een van mijn vrienden van de BVC (de Belgische Star Trek-fanclub), was daar overigens erg blij mee.

Doctor Who-merchandising op FACTS

Eén van de acteurs die dit jaar op FACTS te gast waren, was David Hasselhoff. Bij het grote publiek is hij voornamelijk bekend om zijn rollen als Michael Knight in Knight Rider en Mitch Buchannon Bay Watch. Uiteraard ben ik naar zijn Q&A geweest, en het viel me meteen op dat hij erg vriendelijk met zijn fans omgaat. Geen tv-ster met kapsones dus (want zo zijn er natuurlijk ook wel een paar).

Andere acteurs en actrices die we op deze editie van FACTS te zien kregen, waren Alaina Huffman (Tamara Johansen in Stargate Universe / Dinah Lance in Smallville), Erika Eleniak (Shauni McClain in Baywatch), Hafþór Júlíus Björnsson (Gregor Clegane in Game of Thrones), Kristin Bauer (Maleficent in Once Upon a Time), Nicholas Brendon (Xander Harris in Buffy the Vampire Slayer), Sylvester McCoy (The 7th Doctor in Doctor Who), Paul McGann (The 8th Doctor in Doctor Who) en Sean Astin (Sam Gamgee in The Lord of the Rings).

De volgende FACTS-editie vindt plaats in het weekend van 1 en 2 april 2017.

www.facts.be

donderdag 27 oktober 2016

World Soundtrack Awards Concert

Vorige week ben ik naar een concert geweest. Wie mij een beetje kent, weet dat ik met concert niet bedoel zo’n massabijeenkomst in het Sportpaleis waar een joelende menigte staat te springen en te headbangen terwijl een of andere popartiest zich op het podium hees staat te schreeuwen, en waar je zonder oordopjes gegarandeerd blijvende gehoorschade oploopt. Neen, met concert bedoel ik een echt concert, met een symfonieorkest, een dirigent en solisten van wereldniveau, bij voorkeur in een echte concertzaal met comfortabele stoelen.

Naar zo’n concert ben ik vorige week dus geweest. Het betrof het World Soundtrack Awards Concert, dat plaatsvond in het kader van het Film Fest Gent.

Het voormalig Internationaal Filmfestival van Vlaanderen-Gent heet sedert 2013 kortweg Film Fest Gent, en al sinds 2001 worden op het festival ook de World Soundtrack Awards uitgereikt aan verdienstelijke filmcomponisten.

16th World Soundtrack Awards

Voor het eerst werd het World Soundtrack Awards-evenement over twee dagen uitgesmeerd. Op woensdagavond was de eigenlijke uitreiking van de awards, maar die avond was ik helaas al bezet. Donderdag was er dan een concert dat deze keer niet in het teken stond van de filmmuziek, maar van de muziek bij tv-series. Aangezien ik een groot liefhebber van series ben en al gezien had dat de muziek van enkele van mijn favoriete series op het programma stond, kon ik dat alleen maar toejuichen.

Ik had een prima plaats, centraal op de eerste rij. Eigenlijk op rij 5, maar de eerste vier rijen waren onbezet. Het podium van de Gentse Capitole werd volledig ingenomen door het Brussels Philharmonic en het Vlaams Radio Koor. Boven hun hoofden hingen drie grote projectieschermen. Tijdens het concert werden op het centrale scherm fragmenten uit de betreffende tv-series getoond; op de zijschermen kwamen beelden van het orkest, het koor of de solisten. Precies zoals bij Barco Escape!

Op het programma stonden medleys, thema’s en suites van zowel oudere als recente tv-series, van gekende componisten onder wie Jerry Goldsmith, Bill Conti, Alexander Courage, Ennio Morricone, Danny Elfman, Jeff Russo, Jeff Beal en David Arnold.

Een bijzonder moment kwam al vrij vroeg op de avond, toen Alexander Courages Star Trek-thema in al zijn symfonische glorie ten gehore gebracht werd. De volledige versie, dus langer dan wat je in de serie hoort. Bovendien mét vocals van sopraan Joke Cromheecke. Een perfecte uitvoering, waar ik als levenslange Star Trek-fan bijzonder van genoten heb!

Verder kregen we nog muziek te horen uit onder andere Dynasty, Mission Impossible, Hawaii Five-O, The Simpsons, Twin Peaks, Fargo, Homeland, House of Cards en The Leftovers. Stuk voor stuk zeer sterke en memorabele melodieën.

Ronduit fantastisch waren de vertolkingen van het thema uit Moses van Ennio Morricone en de suite uit Roots van Alex Heffes. Dat laatste stuk werd vocaal ondersteund door de Brit Lincoln Jean-Marie.

Kers op de taart was de suite uit Sherlock, met muziek van David Arnold en Michael Price.

Enkele van de componisten van wie werken vertolkt werden, waren op het concert aanwezig en een aantal van hen hielpen zelfs met de vertolking. Zo ging Jeff Russo voor zijn thema uit Fargo zelf aan de drum zitten en speelde Jeff Beal de sublieme trompetsolo’s van zijn suite uit House of Cards. Daags voordien had Beal de dit jaar voor het eerst uitgereikte prijs voor de beste tv-componist in ontvangst mogen nemen. Ook Sean Callery nam plaats aan de piano, voor zijn muziek uit Homeland. Unieke momenten!

Het Brussels Philharmonic, aangevuld met het Vlaams Radio Koor, stond onder de leiding van dirigent Dirk Brossé. Brossé componeert zelf overigens ook en bracht een eigen stuk: Song For Peace uit Parade’s End. De muziek die Brossé voor deze Amerikaans-Brits-Vlaamse coproductie componeerde, leverde hem een Emmynominatie op.

De avond werd gepresenteerd door Thomas Vanderveken, gekend van Klara, het Nieuwjaarsconcert en de Koningin Elisabethwedstrijd.

Als mijn drukke agenda het toelaat, ga ik volgend jaar beslist weer naar het WSA-concert.

worldsoundtrackawards.com

zaterdag 1 oktober 2016

Waar zijn ze?

Waar zijn ze? was de nieuwsgierig makende titel van het colloquium dat Skepp vorig weekend in samenwerking met de VVS organiseerde in Brussel. Skepp staat voor Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudo-wetenschap en het Paranormale, de VVS is de Vereniging voor Sterrenkunde. De ‘ze’ uit de titel verwijst naar buitenaardse levende wezens, al dan niet van het intelligente soort. Het betrof een kritisch wetenschappelijk colloquium over de zin en onzin rond buitenaards leven, met boeiende sprekers als Johan Braeckman, Anne-Marie Lambeir, Christoffel Waelkens, Jan Cami, Tim Trachet en Paul De Belder.

Kleine groene mannetjes

Vroeger (en dan heb ik het over pakweg een halve eeuw geleden) werd je als wetenschapper nog min of meer voor gek versleten als je het over buitenaards leven durfde te hebben, maar hoewel het bewijs ervoor nog steeds niet is geleverd, houdt de wetenschap tegenwoordig ernstig rekening met het bestaan van leven elders in het heelal. Het heelal is nu eenmaal zo ontzettend groot, dat het wel heel erg onwaarschijnlijk is dat de Aarde de enige plek zou zijn waar leven is ontstaan. Bovendien – maar dat is geen wetenschappelijk argument – zou het een enorme verspilling van ruimte zijn.

Daar komt bij dat er plaatsen bij de vleet zijn waar leven zich zou kunnen ontwikkelen. De laatste jaren zijn er – vooral dankzij de Kepler-ruimtetelescoop – al meer dan duizend exoplaneten (planeten bij andere sterren) ontdekt, en een aantal daarvan zijn naar alle waarschijnlijkheid geschikt voor leven. En dan heeft Kepler nog maar een heel klein stukje van de hemel afgespeurd. Je begrijpt het: het aantal planeten in het universum moet een enorm groot getal zijn.

De oudste sporen van leven op Aarde dateren van relatief kort na het ontstaan van onze planeet, wat erop kan wijzen dat, wanneer de omstandigheden eenmaal gunstig zijn, leven zich vrij snel kan ontwikkelen, wat dan weer impliceert dat het heelal vol leven zou kunnen zitten. Intelligent leven is echter andere koek. Als je de geschiedenis van het leven op Aarde bekijkt, dan stel je vast dat de komst van de mens eigenlijk pas vrij recent heeft plaatsgevonden. En dat zou erop kunnen wijzen dat intelligent leven eerder zeldzaam is.

Maar eigenlijk kunnen we daar allemaal niet veel over zeggen, want we hebben tot nu toe maar één voorbeeld van een plek waar leven is in het heelal, namelijk onze Aarde. Uit slechts één voorbeeld kun je geen veralgemeende conclusies trekken.

Als we zeker willen zijn dat er elders in de ruimte leven of intelligent leven is, dan zullen we er dus naar op zoek moeten gaan. Telescopen als Kepler kunnen ons vertellen waar er exoplaneten zitten, en een volgende generatie nog krachtiger instrumenten zal ons in staat stellen om de atmosferen van die planeten te onderzoeken. Daaruit zullen we dan misschien met veel meer zekerheid uitspraken kunnen doen over de aan- of afwezigheid van leven op die planeten.

Naar intelligent leven wordt al decennia lang gespeurd via het SETI-project (Search for Extra-Terrestrial Intelligence), dat radiosignalen uit de ruimte analyseert in de hoop om signalen te vinden die geen natuurlijke oorsprong kunnen hebben en dus van intelligente wezens afkomstig moeten zijn. Ook die technieken worden alsmaar veelbelovender.

Als er elders leven is, dan wordt de kans met de dag groter dat we het vinden. Maar we zullen nog even geduld moeten hebben. We hebben immers nog maar een piepklein deeltje van het ons omringende melkwegstelsel afgespeurd…

skepp.be
www.vvs.be

donderdag 8 september 2016

50 jaar Star Trek

Voor mijn lezers is het al lang geen geheim meer dat ik een Trekkie in hart en nieren ben. Vandaag heb ik dus, net als miljoenen mede-Trekkies over de hele wereld, iets te vieren!

Het is vandaag, 8 september, namelijk exact 50 jaar geleden dat Star Trek voor het eerst werd uitgezonden op de Amerikaanse televisie. Sedertdien is Star Trek een begrip geworden. Zelfs wie geen fan is, heeft ongetwijfeld al van Captain Kirk en Mr. Spock gehoord (niet te verwarren met de Amerikaanse kinderpsychiater Dr. Spock!), of kent de slagzin ‘Beam me up, Scotty’. Een halve eeuw later is Star Trek nog altijd springlevend, getuige het succes van de recente bioscoopfilms, én het feit dat we binnenkort alweer een nieuwe tv-serie mogen verwelkomen.

De originele cast: Kirk, Spock, McCoy, Scotty, Uhura, Sulu en Chekov

Het ging de originele Star Trek-reeks uit de jaren ’60 van de vorige eeuw nochtans niet voor de wind. Het ging al mis bij de pilootaflevering, die de studiobazen ‘te cerebraal’ vonden. Met een tweede pilootaflevering – een unicum in de tv-geschiedenis – kon bedenker Gene Roddenberry hen wel overtuigen, maar na amper twee seizoenen wilde men de reeks alweer stopzetten. Met een tot dan toe ongeziene briefschrijfcampagne konden de fans echter toch nog een derde seizoen forceren. Maar daarmee kwam een einde aan de eerste Star Trek-serie. De reeks werd echter door tal van tv-stations over de hele wereld aangekocht, uitgezonden en heruitgezonden. De populariteit steeg naar ongekende hoogten.

Daarna is Star Trek, met tussenpozen, altijd blijven terugkomen. In het begin van de jaren ’70 zag een tekenfilmreeks het licht. In 1979 kwam er een eerste bioscoopfilm, Star Trek: The Motion Picture, die tot op vandaag door de fans als de slechtste Star Trek-film ooit wordt bestempeld. Er zat bijzonder weinig actie in. Omdat de film nogal slaapverwekkend was, kreeg hij al gauw de bijnaam The Motionless Picture.

50 jaar Star TrekMaar gelukkig kwam er een sequel, The Wrath of Khan, die véél beter was en door de fans bijzonder werd gesmaakt. Er bleven nieuwe films komen, met hoogten en laagten. In 1987 kwam Star Trek terug op televisie, met een nieuwe reeks: The Next Generation. Dit was nog steeds Star Trek, maar met een andere cast en een grotere en meer geavanceerde versie van het ruimteschip Enterprise, met nieuwe aliens en betere visual effects. Dit luidde een nieuwe periode in de geschiedenis van Star Trek in. Van 1987 tot 2005 werden continu nieuwe Star Trek-afleveringen geproduceerd. Na The Next Generation, die het maar liefst zeven seizoenen volhield, kwamen er nog twee vervolgreeksen: Star Trek: Deep Space Nine, over het leven aan boord van een ruimtestation, en Star Trek: Voyager, over een schip dat gestrand is aan de andere kant van het Melkwegstelsel. Ook deze series gingen elk zeven seizoenen mee, en gedurende enkele jaren waren er zelfs twee series tegelijkertijd op tv. Een voorlopig laatste spin-off was het vier seizoenen tellende Star Trek Enterprise, een prequel-reeks over de tijd vóór Kirk en Spock.

Er kwamen ook nog meer bioscoopfilms met de originele cast en de Next Generation-cast, maar van Deep Space Nine, Voyager en Enterprise zijn er nooit films gemaakt.

50 jaar Star Trek

Dan bleef het enige tijd stil rond Star Trek, tot J.J. Abrams in 2009 met zijn reboot kwam. Een ‘reboot’ is eigenlijk een heruitvinding van een bestaand iets, om met een schone lei opnieuw te kunnen beginnen. De tien bioscoopfilms die tot dan toe waren uitgebracht en de vijf Star Trek-tv-series met in totaal meer dan 700 afleveringen vertegenwoordigden alles bij elkaar maar liefst zowat 550 uur aan beeldmateriaal. (En dan heb ik de animatiereeks nog niet eens meegeteld!) Als je alle Star Trek-afleveringen en films ononderbroken en zonder reclameblokken achter elkaar zou afspelen, dan heb je daar meer dan 23 dagen voor nodig! Als je daarop verder moet bouwen, dan is het een heel karwei om erover te waken dat je niets doet dat in tegenspraak is met wat eerder is verschenen. Een reboot maakt korte metten met dat probleem: je gaat terug naar het begin en je hebt weer vrij spel.

Onlangs nog kwam dus de nieuwste film in de bioscoopzalen: Star Trek Beyond, en vanaf januari 2017 worden we getrakteerd op een gloednieuwe tv-reeks: Star Trek Discovery. Ik ben benieuwd wat de volgende 50 jaar Star Trek zullen brengen...

De vijftigste verjaardag van Star Trek wordt door miljoenen fans over de hele wereld uitgebreid gevierd. Ter illustratie daarvan deze video, die eergisteren op het YouTube-kanaal van Tele 5 verscheen:

 
Edit 2016-09-14: ondertussen is bekend geworden dat de première van de nieuwe tv-serie Star Trek Discovery verschoven is van januari naar mei 2017.

www.startrek.com
http://youtu.be/PQ1TsjXIYLU

maandag 29 augustus 2016

Dit is geen citroen

Zitrus door Herwig Hauser

De illustratie hierboven lijkt misschien op een citroen, maar het is geen citroen. Het is een rendering van een driedimensionaal meetkundig lichaam dat je verkrijgt met de simpele wiskundige formule x² + z² = y³(1 – y)³. Met andere woorden: in een driedimensionale ruimte met drie loodrecht op elkaar staande assen x, y en z (een doodgewone euclidische ruimte, zoals je je beslist herinnert van op de middelbareschoolbanken), levert de verzameling van alle punten die aan deze vergelijking voldoen, een oppervlak op dat erg op een citroen lijkt. Zeker als je al die punten een gele kleur geeft, er bepaalde reflectieve eigenschappen aan toekent, er wat schuin tegenaan kijkt en er een lichtbron op laat schijnen. Het resultaat is deze rendering.

Heel wat andere, vaak bijzonder simpele formules blijken nog meer interessante sculpturen op te leveren. Je kunt een aantal tot de verbeelding sprekende voorbeelden bekijken op imaginary.org. En het leukste van alles is: daar kun je ook de gratis Surfer-software downloaden waarmee je zelf aan de slag kunt. De software bevat enkele voorbeelden, die je dan naar believen kunt aanpassen. Je kunt natuurlijk ook zelf je eigen formules uitproberen en kijken of het wat moois oplevert. Véél leuker dan op Pokémons jagen, geloof me!

Lorenz-attractor

In Cozmix, het bezoekerscentrum van Volkssterrenwacht Beisbroek in Brugge, kun je nog tot 18 september een tentoonstelling bezoeken die aan dit soort wiskundige wonderen gewijd is. De tentoonstelling bevat niet enkel foto’s met prachtige, kleurrijke renderingen, maar ook vergelijkbare driedimensionale sculpturen die vervaardigd werden met behulp van een 3D-printer.

Deze tentoonstelling bewijst eens te meer dat wiskunde absoluut niet saai hoeft te zijn, integendeel! De kleurrijke posters, de 3D-prints en de softwarevisualisaties en -simulaties, waarmee je interactief aan de slag kunt, zullen je interesse en verwondering beslist aanwakkeren.

De Imaginary-tentoonstelling is nog tot en met 18 september gratis te bezoeken bij Cozmix, van maandag tot donderdag van 14.00 tot 17.00 uur en op zondag tot 18.00 uur.

imaginary.org
imaginary.org/program/surfer
www.cozmix.be/nl/imaginary

vrijdag 26 augustus 2016

J.ROM

In een eerder blogje had ik het al over Amoras, de succesvolle en vernieuwende spin-off van Suske en Wiske. Welnu, ook hun sterke maatje Jerom kreeg ondertussen zijn eigen nieuwe reeks in dezelfde veramerikaanste comic-stijl.

J.ROM – Force of Gold

De nieuwe serie heet J.ROM – Force of Gold. Ondanks de Engelse titel gaat het wel degelijk om een Nederlandstalige uitgave, maar dit toont alweer aan dat de makers zich duidelijk hebben laten inspireren door het succes van de Amerikaanse comics. Onze vertrouwde Jerom is nu een aan lager wal geraakte superheld. Hij wordt (opnieuw) gerecruteerd door een organisatie met de naam FORCE om samen met hen het onrecht te bestrijden.

Jerom, nu omgedoopt tot J.ROM (spreek op zijn Engels uit als Jay-Rom), heeft in deze reeks bijzonder veel weg van een Marvel-superheld. Als Marvel-fan kan ik deze nieuwe vertel- en tekenstijl dus best appreciëren.

J.ROM – Force of GoldOorspronkelijk was een reeks van drie albums gepland, die samen één verhaal vormen. Wegens het succes besloot de uitgeverij daarna om nog meer albums te maken. Eerder dit jaar verscheen het vierde album, dat het eerste van een tweeluik vormt. Het vervolg, Rode sneeuw, verschijnt op 8 november. De fans (waartoe ik alweer mezelf reken), die ongetwijfeld halsreikend uitkijken naar meer, kunnen gerust zijn: de makers zijn van plan om de reeks daarna verder te zetten, naar alle waarschijnlijkheid telkens met verhalen die over twee albums zullen lopen. Zo krijgen ze voldoende ademruimte om de verhalen voldoende uit te werken. Alleen jammer dat Standaard Uitgeverij besliste om enkel de eerste drie albums van J.ROM als hardcover uit te brengen.

Jaren geleden had Jerom ook al zijn eigen stripreeks als de ‘gouden stuntman’, waarin hij een goudkleurig pak met een cape droeg en zich verplaatste met een vliegende scooter (elementen die in J.ROM – Force of Gold werden overgenomen). Van die oude reeks ben ik nooit een groot fan geweest, maar de nieuwe J.ROM vind ik geweldig. De nieuwe reeks wordt getekend door Romano Molenaar en de scenario’s zijn van Bruno De Roover. De inkleuring – ook een niet te onderschatten taak bij het maken van een strip of comic – werd verzorgd door Joël Séguin, die ook al aan Marvel-reeksen mocht werken.

forceofgold.wpg.be

maandag 22 augustus 2016

Amoras

Op het eiland Amoras moet het eerste Suske en Wiske-stripverhaal zijn dat ik als kind gelezen heb. Amoras is de naam van een fictief eiland waar Wiske, tante Sidonia en professor Barabas kennis maken met Suske. Het eiland duikt ook op in enkele latere albums.

In mijn kinder- en jeugdjaren heb ik heel wat Suske en Wiske-verhalen gelezen. Op een bepaald moment had ik een groot aantal albums in mijn verzameling, maar die boeken heb ik lang geleden allemaal van de hand gedaan.

Suske en Wiske is wellicht het toonvoorbeeld van een oer-Vlaamse stripreeks. De reeks is anno 2016 nog steeds bijzonder succesvol, niet enkel in Vlaanderen, maar ondertussen ook al geruime tijd in Nederland.

Tegenwoordig lees ik geen strips meer, maar comics. Een comic is eigenlijk ook een strip, maar dan op zijn Amerikaans. Ik lees graag de Marvel comics, in het Engels.

Lambik en Jerom moeten een brandje blussen (uit de persmap van Amoras)

In 2013 verscheen ineens Amoras op het toneel, een Suske en Wiske-spin-off die helemaal anders was van stijl. Amoras (met als ondertitel Suske en Wiske, The Saga Unfolds) had qua tekenstijl veel meer weg van een Amerikaanse comic. De vertrouwde personages zagen er volwassener uit, de tekenstijl was veel beter ontwikkeld, en de donkerder sfeer, het taalgebruik en het grafische geweld maakten duidelijk dat deze reeks op een veel rijper publiek mikte dan de originele Suske en Wiske-reeks.

Amoras werd aangekondigd als een eenmalige verhalenreeks die in zes afleveringen zou verschijnen, aan een tempo van twee per jaar. Deel 1 was meteen, ongetwijfeld mede dankzij de groots opgezette mediacampagne, een instantsucces. De reeks kon van bij de aanvang op een schare toegewijde fans bogen, waartoe ik ook graag mezelf reken.

Amoras – cover van deel 1Een poosje geleden alweer is het laatste deel verschenen, meteen een aanleiding om nog eens de hele – nu complete – reeks te herlezen. Wie de afzonderlijke boeken nog niet heeft, kan de hele ‘saga’ nu ook gebundeld kopen. Nog iets wat ze van de Amerikaanse comics hebben afgekeken. De échte verzamelaars zullen wellicht zowel de losse afleveringen (bij voorkeur in hardcover-uitvoering) als de bundel in hun bezit willen hebben (kassa, kassa!). Ondertussen is er ook al een ‘making of’ verschenen, waarin het hele proces van de totstandkoming van Amoras uit de doeken gedaan wordt.

De reeks nog eens opnieuw lezen is beslist aan te raden, want als zo’n verhaal over drie jaar uitgesmeerd wordt, heb je de misschien de neiging om een beetje de draad kwijt te raken. Zeker als het een verhaal betreft dat veelvuldig gebruik maakt van tijdsprongen, want Suske en Wiske / Amoras mag dan wel niet echt sciencefiction zijn, ze hebben natuurlijk wel de teletijdmachine van professor Barabas, en er wordt veelvuldig overgeschakeld van heden naar toekomst en weer terug!

Hoewel ik het bij momenten een beetje overdreven bloederig vond – het had m.i. even goed met wat minder expliciet geweld gekund – heb ik erg van de reeks genoten. Als de makers besluiten om nog meer Suske en Wiske-verhalen in deze format uit te brengen, zal ik ze graag lezen.

Tot slot nog enkele weetjes: het verhaal vindt grotendeels plaats in het jaar 2047, exact 100 jaar na het verschijnen van het eerste Suske en Wiske-album Op het eiland Amoras. De reeks werd in 2013 gestart ter gelegenheid van de viering van de 100e verjaardag van Willy Vandersteen, de bedenker van Suske en Wiske. De tekeningen zijn van Charel Cambré en het scenario is van Marc Legendre.

www.amoras2047.com

zondag 21 augustus 2016

Star Trek Beyond

Er speelt weer een nieuwe Star Trek-film in de bioscopen: Star Trek Beyond, de dertiende in de reeks al. Ja, de franchise die een halve eeuw geleden het leven zag, kan nog steeds op een grote schare toegewijde fans blijven rekenen. Sedert de reboot van J.J. Abrams in 2009 zijn daar overigens een heleboel nieuwe fans bijgekomen, die Star Trek toen pas voor het eerst ontdekten.

Niet alle fans van het eerste uur vinden het even geslaagd wat Abrams met de franchise gedaan heeft, maar schrijver dezes is alvast een groot fan. Deze derde film uit wat nu officieel de Kelvin Timeline heet (de term waarmee het reboot-universum aangeduid wordt) werd overigens niet door J.J. Abrams geregisseerd, maar door Justin Lin (gekend van The Fast and the Furious). Abrams, die het te druk had met Star Wars Episode VII: The Force Awakens, bleef wel als producer bij Star Trek Beyond betrokken.

Star Trek Beyond

Star Trek Beyond zit van het begin tot einde vol actie. Met een budget van 185 miljoen dollar is het de duurste Star Trek-film ooit gemaakt, en dat is eraan te zien. De visual effects zijn van een ongezien niveau. Zowel het vertrouwde ruimteschip Enterprise, de zwerm van kleinere ruimtescheepjes van slechterik Krall, de in hoge mate tot de verbeelding sprekende Starbase Yorktown als de planeet waar een groot deel van de film zich afspeelt, worden bijzonder knap in beeld gebracht.

De film is niet enkel te bekijken in het ‘gewone’ formaat, maar ook in een 3D-, een IMAX- en een Barco Escape-versie. Dat laatste is vrij nieuw, en je leest er meer over in mijn blogartikel van enkele dagen geleden.

Star Trek BeyondZowel de nieuwe fans als de Trekkies van het eerste uur komen in Beyond aan hun trekken. Naast het spannende verhaal, de vele actiescènes, de indrukwekkende panoramische beelden en hier en daar de nodige humor, zitten er een aantal leuke verwijzingen naar de originele Star Trek-tv-serie (en de daaruit voortgevloeide bioscoopfilms) in Star Trek Beyond. Dat laatste is een passend cadeautje voor de fans ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van Star Trek, die we over enkele weken officieel kunnen vieren.

De film is ook een eerbetoon aan twee overleden acteurs. Leonard Nimoy overleed in februari 2015 op 83-jarige leeftijd. Hij vertolkte in de originele tv-reeks en in de latere films de rol van Spock. Zijn dood is op een passende manier verwerkt in Star Trek Beyond. Maar na de opnamen kwam ook de jonge, beloftevolle acteur Anton Yelchin, die in de nieuwe films de rol van Chekov voor zijn rekening nam, bij een tragisch ongeval om het leven. Hij werd 27.

Op 8 september 2016 zal het exact 50 jaar geleden zijn dat de allereerste Star Trek-aflevering, The Man Trap, op de Amerikaanse televisie werd uitgezonden. Sedertdien zijn er vijf tv-series, een animatieserie en dertien bioscoopfilms gemaakt, goed voor honderden uren kijkplezier. En dan hebben we de talloze vaak erg goed gemaakte fanseries en fanfilms nog niet eens meegeteld.

De pret kan niet op, want dat er na Star Trek Beyond nog een nieuwe film gemaakt wordt, staat ondertussen al vast. Bovendien worden we vanaf januari 2017 ook nog eens getrakteerd op een gloednieuwe tv-serie, Star Trek Discovery (waar voorlopig nog niet veel over bekend is).

Eén ding staat vast: na vijftig jaar is Star Trek nog lang niet dood. Lang leve Star Trek. Live long and prosper!

www.startrekmovie.com

Londen

Deze zomer zijn we voor enkele dagjes naar Londen geweest. Miche en Annelies waren daar al eerder geweest, maar voor mij was het de eerste keer dat ik deze wereldstad bezocht. Londen is nochtans niet zo ver. Van Brussel-Zuid tot hartje Londen is het amper twee uur rijden met de EuroStar.

De tarieven voor de EuroStar zitten bijzonder bizar in elkaar. De prijs van een kaartje blijkt van dag tot dag en van uur tot uur te variëren. Daardoor bleek – begrijpe wie begrijpen kan – een kaartje in eerste klas, inclusief ontbijt, goedkoper dan een kaartje in tweede klas, en bleek een medereiziger die twee stoelen verder zat zowat drie keer zo veel betaald te hebben als wij. Als je ’t mij vraagt, moeten ze hun prijzenpolitiek toch eens grondig herzien, want op die manier is het oneerlijk en bijzonder ondoorzichtig. Is er geen wet die zoiets verbiedt?

Hoe dan ook, ons reisje is bijzonder goed meegevallen. Engeland heeft geen al te beste reputatie wat het weer betreft, maar wij hadden geluk: op dag 1 slechts een paar spatjes regen, dagen 2 en 3 helemaal droog met dag 3 zelfs overwegend zonnig en warm genoeg om de hele dag in T-shirt rond te lopen. We hadden ons tripje (tamelijk) goed voorbereid en hebben op relatief korte tijd heel veel gezien en gedaan. Al hadden we er niet echt op gerekend dat we bij Madame Tussauds met onze ‘priority entrance’-tickets toch nog een uur en drie kwartier zouden moeten staan aanschuiven...

Tower Bridge gezien vanaf de Thames

Bij mijn eerste bezoek aan Londen hebben we vooral de traditionele toeristische bezienswaardigheden bezocht. Naast Madame Tussauds hebben we nog een bezoek gebracht aan de Tower of London (niet te verwarren met de Tower Bridge!), hebben we een boottochtje (‘river cruise’) gemaakt op de Thames en hebben we de stad vanuit de hoogte bekeken vanaf het London Eye. We zijn gaan kijken bij Buckingham Palace (waar de ceremoniële aflossing van de wacht gedurende drie dagen helaas niet plaatsvond wegens de Prudential Ride, een groots fietsevenement), bij de Horse Guards, Big Ben en de Houses of Parliament, Saint James’s Park, Shakespeare’s Globe, Westminster Abbey, Saint Paul’s Cathedral, Baker Street, Oxford Street (met een pracht van een Disney Store!), Piccadilly Circus, Trafalgar Square, Covent Garden, het het oudste Hard Rock Cafe ter wereld en Planet Hollywood. We hebben ons erg snel en efficiënt verplaatst met de befaamde en bijzonder goed georganiseerde Londense metro.

Maar drie dagen is natuurlijk te kort. In een stad van die omvang is nog zo veel meer te beleven en te zien. We zullen bij gelegenheid dus nog eens (of meermaals) terug moeten keren. We hebben hier overigens nog een overschotje aan goedkoop ingekochte Britse Ponden liggen.

Een selectie van mijn foto’s vind je op Google Photos.

Internationaal Vuurwerkfestival

Het Internationaal Vuurwerkfestival van Knokke-Heist is al jarenlang een verplicht en gesmaakt onderdeel van het toeristische zomerseizoen. Ondanks de minder gunstige weersvoorspellingen (met als gevolg veel minder volk dan op andere avonden), bleek het vrijdagavond uiteindelijk toch nog ideaal vuurwerkweer. Rond negen uur viel de laatste regen, en daarna bleef het de hele avond droog en nog steeds aangenaam warm. Vóór het vuurwerk van start ging, hadden we nog mooi de tijd om bij Glacier Post – ontegensprekelijk de beste ijsverkoper van de hele Belgische kust – een hoorntje te gaan halen.

Het vuurwerk wordt dit jaar afgevuurd vanaf het strand ter hoogte van de Meerlaan, zo’n 600 meter verwijderd van de vroegere locatie bij De Wandelaar, waar nu tijdelijk het paviljoen van Thee met vlinders staat. Een andere nieuwigheid is dat de muziek, die steevast de vuurwerkshows begeleidt, ook te horen is via de radio, op FM-frequentie 97,3 MHz. Handig voor mensen die niet tegen de luide knallen kunnen en het vuurwerk vanop enige afstand willen bekijken.

Internationaal Vuurwerkfestival Knokke-Heist

Toen om tien uur stipt het kenwijsje van het festival door de luidsprekers schalde (met extra geluidstorens dit jaar!), gevolgd door de aankondiging in vier talen, was ik er helemaal klaar voor.

Vrijdag was het de beurt aan de de firma Platinum Fireworks uit de Filipijnen, die met On with the show! een vuurwerkshow van de bovenste plank bracht, zoals ik er maar zelden een heb gezien. Een ongeëvenaard spektakel van licht en vuur, waarbij het op bepaalde momenten leek alsof de hele hemel in brand stond.

Het was één lange aaneenschakeling van kleuren, spetters en knallen, zonder ook maar één dood moment. Het geheel werd begeleid door een swingende, bijzonder genietbare soundtrack, met nummers als Let me entertain you van Robbie Williams, All that jazz uit de musical Chicago en I’ve got the music in me van Kiki Dee.

Toen na 25 minuten de relatieve rust eindelijk weer boven het strand terugkeerde, barstte er een lang en welverdiend applaus los.

Het Internationaal Vuurwerkfestival van Knokke-Heist vindt ieder jaar plaats in de tweede helft van augustus. Op 17 en 19 augustus waren Italië en de Filipijnen al aan de beurt, op 21, 23 en 25 augustus volgen nog Kroatië, het Verenigd Koninkrijk en België.

www.myknokke-heist.be

vrijdag 19 augustus 2016

Escape!

Na 3D kwam er eind 2014 weer een nieuwigheid in een handjevol bioscopen: Barco Escape. In België wordt de technologie momenteel geëvalueerd in Kinepolis Antwerpen en Kortrijk. Als het aanslaat, zullen meer Kinepolis-bioscopen ermee uitgerust worden.

Bij Escape wordt het grote, centrale bioscoopscherm aan weerskanten geflankeerd door een (iets kleiner) extra scherm. Die twee extra schermen maken een hoek van ongeveer 110 graden met het hoofdscherm (dus niet 45° zoals je elders wel eens verkeerdelijk kunt lezen) en worden doorgaans niet voor de hele film, maar slechts voor enkele bijzondere scènes gebruikt. Ga je een filmvoorstelling in Escape-formaat bekijken, dan zit je best zo centraal mogelijk in de zaal, niet te dicht bij de zijmuren, zodat je een goed zicht hebt op alle drie de schermen.

De schermen kunnen op verschillende manieren ingezet worden. Voor de hand ligt het om met de extra schermen het kijkveld te verbreden, zodat je kunt zien wat zich links en rechts van de centrale actie afspeelt. Maar de schermen kunnen eventueel ook ingezet worden om bijvoorbeeld flashbacks weer te geven of een ander deel van de omgeving te laten zien.

De technologie is nieuw, en staat of valt uiteraard met de beschikbare content én met de bereidheid van het bioscooppubliek om hier extra voor te betalen. Bij Kinepolis betaal je voor een voorstelling in Escape, net als voor een voorstelling in 3D, 2 euro extra bovenop de normale toegangsprijs. Om een film in Escape te kunnen vertonen, moet de film uiteraard (minstens gedeeltelijk) in Escape-formaat gefilmd en/of gemonteerd worden. Tijdens het filmen kan gebruik gemaakt worden van meerdere camera’s, maar dat is niet echt noodzakelijk. De professionele digitale filmcamera’s van tegenwoordig hebben een voldoende grote resolutie om het opgenomen beeld over de drie schermen uit te smeren. Filmmakers moeten nog een beetje zoeken hoe ze de nieuwe techniek creatief kunnen inzetten. De eerste film die van Escape gebruikmaakte, was The Maze Runner (met 7 minuten extra-brede scènes).

Star Trek Beyond – See it in Escape!

Gisteren heb ik voor het eerst zelf kennis kunnen maken met Barco Escape. Aanleiding was natuurlijk de nieuwe Star Trek-film, Star Trek Beyond. Ik moest er wel speciaal voor naar Kortrijk rijden, maar dat bleek uiteindelijk zeker de moeite waard. Ik had de film daags tevoren al in het gewone formaat in Brugge gezien (ja, ik ben een echte Trekkie!) en kon dus meteen vergelijken.

Ik wou de film eerst op de gewone manier zien, omdat ik bang was dat Escape mij misschien te veel zou afleiden van het verhaal. Dat laatste bleek echter niet echt het geval.

In totaal worden zowat 22 minuten van Star Trek Beyond op het extra brede formaat getoond. Die 22 minuten zijn verspreid over meerdere scènes. Vooral grote, indrukwekkende panorama’s (zowel op de grond als in de ruimte) of beelden van het majestatische ruimteschip Enterprise en de tot de verbeelding sprekende Starbase Yorktown lenen zich goed voor het Escape-formaat.

Hieronder vind je de trailer voor de Escape-editie van Star Trek Beyond. Op je ongetwijfeld veel te kleine computer- of tv-scherm lijkt het misschien niet zo indrukwekkend, maar je moet dit natuurlijk op drie grote bioscoopschermen zien. Toch geeft deze video een indruk van wat je mag verwachten wanneer je naar de bioscoop gaat.

Later dit jaar wordt 6 Below uitgebracht, de eerste film die van begin tot einde in Escape-formaat vertoond zal worden. We zijn benieuwd...

Wordt Escape de nieuwe hype na 3D? De kans is reëel. Ik geef in ieder geval liever 2 euro extra uit voor de Escape-versie van een film dan voor de 3D-versie. In tegenstelling tot 3D is er geen onhandig brilletje voor nodig en zullen bioscoopbezoekers niet klagen dat ze er hoofdpijn van krijgen of het effect niet goed kunnen zien, of dat het beeld te donker is. Escape is ook een extra stimulans om een film in de bioscoop te gaan bekijken, want met je thuisbioscoop kun je dit vooralsnog niet nadoen!

Momenteel zijn wereldwijd slechts een dertigtal bioscoopzalen in zes verschillende landen uitgerust met de Barco Escape-technologie. Het gaat om bioscopen in de USA, Canada, Mexico, de Verenigde Arabische Emiraten, België en Nederland. Er zijn plannen om het huidige aantal snel uit te breiden naar meer dan honderd.

Voor één keer lopen we dus niet hopeloos achter. Dat Barco een Belgisch bedrijf is met hoofdzetel in Kortrijk, zal daar wel voor iets tussen zitten. In België kun je zoals gemeld terecht in Kinepolis Antwerpen en Kortrijk, in Nederland kun je naar Euroscoop Tilburg en Maastricht.

Bestaande zalen (die groot genoeg zijn) kunnen zonder veel moeite tot een Escape-zaal worden omgebouwd: het volstaat om twee extra schermen en twee extra projectoren bij te plaatsen. Alvast veel minder ingrijpend dan het bouwen van een IMAX-zaal. De twee extra schermen zijn beweegbaar en worden bij een Escape-voorstelling ietwat schuin op het hoofdscherm geplaatst. Daarbij bedekken de zijschermen een (klein) deel van het centrale scherm, waardoor de volle oppervlakte van het centrale scherm niet meer helemaal kan worden benut. Maar echt storend is dat niet. Ik ga in de toekomst zeker nog vaker naar Escape-voorstellingen kijken wanneer de gelegenheid zich voordoet. Misschien zelfs nog een keer naar Star Trek Beyond, waarom niet?

www.ready2escape.com
www.startrekmovie.com

donderdag 18 augustus 2016

Comic Con Gent / Starcom

Vorige maand ben ik nog maar eens naar een sci-fi-conventie in eigen land geweest. Op 10 juli vond in Gent de tweede editie van Starcom plaats, alias Comic Con Gent. Toch een beetje verwarrend, twee namen voor één con.

Het betrof een eendaags gebeuren in het ICC (International Convention Center), de vroegere locatie van het ondertussen uit zijn voegen gebarsten FACTS. Alleen al door de locatie riep het dus een beetje de sfeer van die vroegere FACTS-edities op. FACTS zelf pakt dit jaar overigens met twee edities uit: eentje in de lente en eentje in de herfst. In het voorjaar ben ik niet naar FACTS kunnen gaan wegens een te drukke agenda. Comic Con Gent was mijn eerste Belgische conventie voor dit jaar.

Comic Con Gent

Behalve de handelaars met merchandising, de fanclubs en de artiesten (tekenaars van comics) waren er in een apart zaaltje ook enkele activiteiten gepland. Zo was er een interessant maar helaas slechts bijzonder schaars bijgewoond Q&A-panel met vier dwergacteurs die in Star Wars Episode VI: Return of the Jedi de rollen van Ewoks hadden gespeeld. Ewoks, zeg je? Star Wars-fans weten natuurlijk meteen dat ik het heb over de aaibare maar toch niet helemaal ongevaarlijke teddybeer-achtige wezentjes die de bos-maan van Endor bevolken. Het ging om Andy Herd, John Cumming, Brian Wheeler en Michael Henbury Ballan. Enkelen van hen vertolkten ook rollen in Labyrinth en Harry Potter.

Heel wat drukker bijgewoond was de opname van een aflevering van de podcast Mosselen om half twee met Xander De Rycke, Lieven Scheire en Fokke van der Meulen. Ze hadden het uiteraard over Comic Con, maar ook over de fietsketting van Lieven, de belevenissen van Fokke en Xander in Blankenberge en over de op dat moment pas uitgekomen game-app Pokémon GO.

Later op de namiddag was de zaal letterlijk te klein voor de cosplay contest. Omdat ik er onmogelijk nog bij kon (en mij absoluut niet lekker voel in grote mensenmassa’s die dicht op elkaar gepakt staan) heb ik dat onderdeel dus maar overgeslagen en ben ik bij de handelaars een paar Marvel-comics gaan kopen (New Avengers en X-Men Noir).

O ja, ik liep er ook nog Bernie (Philippe Bernaerts) tegen het lijf, die mij apetrots zijn gloednieuwe, bijna niet van echt te onderscheiden en bovendien ook nog wérkende Star Trek-communicator liet zien. Het toestel is via bluetooth verbonden met zijn smartphone, zodat hij ermee kan bellen. De communicator reageert ook op stemcommando’s. Alleen ‘beam me up’ werkt nog niet helemaal zoals je het zou verwachten. Wanneer Philippe ‘beam me up’ zegt, krijg je een stem te horen die antwoordt: ‘Sorry, captain, transporter technology won’t be available for at least another 150 years. Shall I send a shuttlecraft instead, sir?’

Volgende afspraak op 22 en 23 oktober in Flanders Expo voor de herfsteditie van FACTS.

N.B.: oorspronkelijk was voor dit jaar ook nog de zesde editie van Antwerp Convention aangekondigd, maar die con ging uiteindelijk niet door.

mosselen0130.libsyn.com
www.starcom.tv

woensdag 17 augustus 2016

Amaluna

Nog heel eventjes kun je aan de Belgische kust naar Cirque du Soleil gaan kijken, want zondag vindt alweer de laatste voorstelling plaats van Amaluna, een prachtige spektakelshow in de ondertussen genoegzaam gekende en alom gewaardeerde Cirque du Soleil-stijl.

Cirque du Soleil – Amaluna

Amaluna is nog tot 21 augustus te zien in Knokke-Heist, in de grote witte tent bij het Knokse station. Ondertussen is alvast weer een record gebroken, want met meer dan 200.000 toeschouwers is Amaluna de drukst bijgewoonde Cirque du Soleil-show tot nu toe in België.

We zijn enkele weken geleden een voorstelling gaan bekijken en waren zeer onder de indruk. Het spektakel is een lust voor het oog. Naast heel wat acrobaten, jongleurs en een paar clowns krijgen we prachtige decors, creatieve kostuums en indrukwekkende stunts te zien. Het geheel wordt ondersteund door professionele muzikanten en vocalisten, en de feeërieke belichting zorgt voor de juiste sfeer.

De ticketprijzen zijn niet mals, maar bij Cirque du Soleil kun je er zeker van zijn dat je waar krijgt voor je geld. Je krijgt een totaalspektakel van de bovenste plank. Het prachtig vormgegeven programma-fotoboek, de souvenirmok en de stevige kleurrijke paraplu die we als aandenken meebrachten, zullen ons Amaluna niet snel doen vergeten.

Heb je het te druk gehad om een voorstelling Amaluna bij te wonen? Dan kun je vanaf 7 september terecht in het Engelse Manchester.

www.cirquedusoleil.com
www.cirquedusoleil.com/amaluna

zondag 12 juni 2016

FedCon 2016 – Het verslag

Hier is het dan, het beloofde FedCon-verslag:

zondag 29 mei 2016

FedCon 25

Twee weken geleden ben ik weer naar Duitsland geweest voor FedCon, de grootste sciencefictionconventie van Europa. Mijn verslag is nog niet af, dus dat hebben jullie nog tegoed. Maar ondertussen heb ik al een video en een selectie van mijn foto’s online geplaatst.

FedCon 25

FedCon was dit jaar aan een feesteditie toe: in 2016 vierden we de 25e editie van FedCon samen met de nakende 50e verjaardag van Star Trek. Meer details daarover binnenkort in het verslag.

Mijn foto’s vind je op Facebook, mijn video op YouTube.

www.fedcon.de
www.startrek.com

vrijdag 11 maart 2016

20 jaar internaut

Dit jaar heb ik weer iets te vieren. In 2016 ben ik namelijk twintig jaar internaut. Internaut, zeg je? Een internaut is iemand die zich beweegt op het internet. Naar analogie met astronaut, kosmonaut, Argonaut etc.

Ondertussen zijn we natuurlijk bijna allemaal internaut. Iemand die vandaag de dag het internet niet gebruikt, is bijna een zonderling. Maar de meesten gebruiken het natuurlijk nog lang geen twintig jaar, en ook niet zo intensief als ik. Ik kan dus bogen op een rijkere ervaring.

In twintig jaar tijd is het internet behoorlijk veranderd. Van breedband was toen nog geen sprake. Ik ben begonnen met een schamele 14k4 baud modem – of zou het misschien toch al een 28k8 geweest zijn? In ieder geval, het ging allemaal tergend traag. Iedereen surfte nog met Netscape, de meeste webpagina’s zagen er ontzettend saai en grijs uit, we verstuurden onze e-mail met Eudora en de enige zoekmachines van betekenis waren Altavista en Yahoo!. Maar het was in die tijd wel ontzettend hip als je een e-mailadres op je naamkaartje of in je briefhoofd kon vermelden. (Ja, in die tijd verstuurden we ook nog vaak brieven gewoon met de post!)

Windows 3.1 Program Manager

In de voorbije twintig jaar ben ik natuurlijk mee geëvolueerd. Al gauw kreeg ik een (iets) snellere 56k baud modem, en van zodra breedband in mijn regio beschikbaar kwam, ben ik overgeschakeld op internetten via de kabel. Dan kon mijn vrouw meteen ook weer bellen terwijl ik online was. Want voor wie nog niet zo oud is als ik: internetten ging vroeger via de vaste telefoonlijn, dus terwijl je op het internet zat, kon je de telefoon niet gebruiken en vice versa, tenzij je over een tweede vaste lijn beschikte. Mobieltjes hadden we in die tijd ook nog niet. Mijn maximale downloadsnelheid is nu theoretisch 200 Mb per seconde – dat is meer dan tienduizend keer zo snel als die piepende en krakende 14k4-modem – en ik kan me haast niet meer voorstellen dat het ooit anders is geweest.

Ik had nog maar net mijn eerste stapjes op het internet gezet, of ik had al mijn eigen bescheiden webpagina ineengeknutseld. Ik ben immers bijzonder leergierig van aard, en binnen de kortste keren had HTML voor mij geen geheimen meer. Al gauw ging ik me verdiepen in XHTML, CSS, PHP en JavaScript. Allemaal zelfstudie; er staan genoeg gratis tutorials op het internet, en al doende leert men. Ik heb trouwens geen tijd om ’s avonds na het werk nog ergens een of andere cursus te gaan volgen.

In oktober 2005 begon ik mijn eerste blog (op het ter ziele gegane MSN Spaces), en in februari 2009 stapte ik over naar Blogger (alias Blogspot), waar ik nog steeds vrolijk verder blog.

En toen kwam de explosie van sociaalnetwerksites. Ik was in juni 2007 al begonnen op MySpace, maar dat vond ik een erg rommelige en daardoor eerder onaantrekkelijke site. Enkele jaren later begon Facebook snel aan belang te winnen. Die site trok me meteen aan omdat het er allemaal veel gestroomlijnder en properder uitzag. Facebook begon toen ook enorm te groeien, en nu moet je al heel goed zoeken om nog een internaut te vinden die niet op Facebook zit.

Maar daar bleef het niet bij. Ik maakte accounts aan op LinkedIn, Google Plus, YouTube, Flickr, Foursquare, Delicious, Goodreads, SoundCloud, Instagram en nog een heleboel andere sites. Van zodra een nieuwe site een beetje populair begint te worden, probeer ik ’m graag even uit. Andere heb ik ondertussen vaarwel gezegd, zoals MySpace, Netlog, LiveJournal, Yahoo! en Hyves.

Via het internet heb ik vanaf 2005 ook kennisgemaakt met het podcastingfenomeen. Podcasts beluisteren is nu al meer dan tien jaar een niet meer weg te denken onderdeel van mijn dagelijkse activiteiten. Ik luister terwijl ik werk. Meestal niet naar muziek, maar naar Engelstalige talkshows over sciencefiction, over wetenschap, kritisch denken, computers en schrijven. Uit al die podcasts heb ik een massa nieuwe dingen geleerd.

Eudora Options

Het internet is ook mijn belangrijkste bron van nieuws geworden. Wat je vanavond op het tv-journaal zult zien, heb ik vanmiddag al online gelezen. Wat morgen in de krant zal verschijnen, staat vandaag al uitgebreid op het internet beschreven. Het internet laat ook toe om gespecialiseerde nieuwskanalen te raadplegen (bv. filmnieuws en wetenschapsnieuws), die in de traditionele media veel te weinig aan bod komen. En tegelijkertijd kan ik onderwerpen die mij totaal niet interesseren (lees: sport en celebrity-nieuws) volledig links laten liggen (terwijl daar in de kranten en de roddelblaadjes veel te veel papier aan wordt verspild).

Vroeger was het internet iets wat ik alleen maar thuis en op het werk gebruikte, maar sedert een jaar of vijf maak ik volop gebruik van mobiel internet. Het is iets waar je bijzonder snel aan went. Ik weet niet hoe ik ooit zonder heb gekund. Gelijk waar ik ben kan ik nu op mijn smartphone of tablet mijn mail raadplegen, snel iets opzoeken op Google, even Facebook checken, een tweet de wereld in sturen of een foto delen op Instagram. En ook de mogelijkheden van Google Maps, in combinatie met de in de smartphone ingebouwde gps, zijn eigenlijk onmisbaar geworden. Vroeger reden of liepen we in een vreemde stad wel eens verloren; tegenwoordig vinden we altijd, overal, feilloos en moeiteloos de weg.

Een andere trend van de laatste jaren is gegevensopslag in de cloud: zo staan mijn mail, mijn e-books, een groot aantal van mijn documenten, mijn muziekcollectie en zelfs mijn back-ups niet alleen meer op de harde schijf van mijn computer, maar ook in de cloud, zodat ik er van overal bij kan, dankzij services als Dropbox, Gmail, Google Drive en online back-updiensten. Reuze handig!

En een van de beste dingen die het internet ons de laatse jaren heeft gebracht, is high definition videostreaming. YouTube-filmpjes hebben de wereld veranderd. Via Netflix kun je alle afleveringen van een serie achter elkaar bekijken als je dat wilt, en dat zonder reclame! Dankzij Skype kun je een videogesprek voeren met vrienden aan de andere kant van de wereld. Nog niet zo lang geleden was dat sciencefiction; nu ligt het binnen ieders bereik!

En dan heb ik het nog niet gehad over e-commerce. Tegenwoordig zetten we nauwelijks nog voet in een reisbureau; we boeken ons hotel en ons vliegtuig gewoon zelf via het internet (net als onze bioscooptickets of kaartjes voor concerten, musicals en andere evenementen). Tien jaar geleden bestelde ik nog papieren boeken en audio-cd’s via Amazon; nu download ik e-books en mp’3-tjes (volledig legaal, uiteraard). En ik vul al jaren mijn belastingaangifte online in, véél handiger dan de papieren manier. Bovendien kan ik dan meteen ook zien hoeveel ik zal terugkrijgen (of hoeveel ik zal moeten bijbetalen).

Mensen die tegenwoordig het internet niet gebruiken, lopen hopeloos achter, beseffen echt niet wat ze allemaal missen en leven nog in de twintigste eeuw!

Het internet is nog steeds in volle ontwikkeling en er komen steeds nieuwe mogelijkheden en toepassingen bij. We kunnen enkel gissen welke fantastische nieuwe mogelijkheden de volgende twintig jaar zullen brengen...

zondag 6 maart 2016

Pinokkio

PinokkioOmdat we vorige keer zo aangenaam verrast waren door het jeugdkoor en -ensemble Bosmolens uit Izegem, hebben we meteen kaartjes geboekt toen we vernamen dat Bosmolens met een nieuwe musicalvoorstelling op de proppen kwam. In 2010 bracht dit amateurgezelschap de musical Cats naar Cultuurhuis De Leest in Izegem, en dat deden ze op een voortreffelijke manier.

Dit jaar staat Pinokkio op de affiche, het alom gekende verhaal van de houten pop die zo graag een echte jongen wil worden, maar die niet naar zijn geweten luistert en bij iedere leugen zijn neus een stukje ziet groeien.

Jeugdkoor Bosmolens heeft ons ook deze keer niet teleurgesteld. Het is duidelijk dat ze er ook nu weer bijzonder veel tijd en energie in hebben gestopt. Én dat ze over het nodige talent beschikken. Niet enkel de dansende en zingende koorleden, maar ook de leden van het jeugdensemble, de kostuumontwerpers en de decorbouwers zijn tot het uiterste gegaan.

We kijken al vol verwachting uit naar de volgende Bosmolens-musical!

www.deleest.be
www.jeugdkoorbosmolens.be

zaterdag 30 januari 2016

Een schrijver schrijft…

Ja, ik weet het, ik verwaarloos deze blog een beetje. Je zou dat op twee manieren kunnen interpreteren: ofwel weet ik niets interessants om over te schrijven, ofwel heb ik zo veel interessante dingen te doen dat ik gewoon geen tijd heb om er iets over te schrijven. Wie mij een klein beetje kent, weet dat dat laatste het meest waarschijnlijke scenario is.

Het Boedapest-verslag in wording

Inderdaad. Sedert mijn vorig schrijfsel heb ik Star Wars: Episode VII een aantal keer in de bios gezien, zijn we van de kerstsfeer gaan genieten in Disneyland Parijs, hebben we oud en nieuw gevierd met vrienden, heb ik enkele dagen van een verdiende rust genoten, en ben ik weer beginnen schrijven.

Schrijven? Jawel: ik ben dezer dagen druk bezig met het al veel te lang uitgestelde Boedapest-verslag. Afgelopen zomer zijn we met een aantal Belgen naar een internationaal congres getrokken in de Hongaarse hoofdstad. We hebben er het 50e Intersteno-congres bijgewoond, met daaraan gekoppeld de wereldkampioenschappen tekstproductie, tekstcorrectie, tekstverwerking en aanverwante disciplines.

Zonnige typegroetjes uit Boedapest!En daar maak ik nu dus een verslag van. Nou ja, eigenlijk een reisverhaal. ‘Verslag’ klinkt een beetje saai; ‘reisverhaal’ klinkt al veel boeiender. Inmiddels heb ik al 74 pagina’s bij elkaar geschreven, en ik ben nog lang niet klaar. Het verhaal wordt ook nog geïllustreerd met de nodige foto’s, dus de magische grens van 100 pagina’s zal zeker overschreden worden.

Boedapest is een bijzonder dankbare locatie. Het is een prachtige stad aan de Donau, gelegen in een land met een interessante geschiedenis en cultuur. Na de congresweek, waarin we ook enkele uitstapjes naar andere plaatsen hebben gemaakt, hebben we onze eigen post-congress tour georganiseerd en hebben we nog een bezoek gebracht aan Wenen, Bratislava en Keulen. Meer dan voldoende stof om over te schrijven dus.

De gebeurtenissen waarover ik schrijf zijn ondertussen al weer een half jaar geleden, maar ik herinner het me nog allemaal alsof het gisteren was. Tijdens de reis heb ik geschreven nota’s en audionotities gemaakt en bijna alles op foto of video vastgelegd, zodat ik de hele reis exact kan reconstrueren.

De bedoeling van mijn reisverhalen is om al die mooie herinneringen niet verloren te laten gaan. Ik weet hoe vluchtig het menselijk geheugen is, en als ik nu niet alles aan het papier en de harde schijf toevertrouw, dan is de kans groot dat ik over een aantal jaar heel wat zaken vergeten zal zijn. Maar ik zou het natuurlijk niet doen mocht ik niet graag schrijven. Wanneer het verhaal af is, mogen alle reisgenoten en andere geïnteresseerden ervan meegenieten.

www.intersteno.org
www.intersteno2015.org