maandag 26 oktober 2015

The Martian: wetenschappelijk accuraat?

De voorbije weken kon je op deze blog al heel wat lezen over The Martian, het boek en de film waar iedereen het tegenwoordig over heeft.

Voor het grote publiek gaat het om een boeiend en interessant verhaal, maar je kunt je natuurlijk afvragen hoe realistisch het allemaal is. Hoe zit het met de wetenschappelijke juistheid van The Martian?

In het kort: op een paar details na valt het reuze mee! Auteur Andy Weir heeft alles in het werk gesteld om zijn verhaal zo geloofwaardig mogelijk te maken. Hij heeft zich verdiept in hemelmechanica (het kruispunt van sterrenkunde en wiskunde, een vakgebied dat zich bezighoudt met de berekening van de banen van hemellichamen en ruimtevaartuigen) om de reistijd en baan van de Marsraket nauwkeurig te kunnen uitrekenen. Weir is computerprogrammeur, en voor hem was het een koud kunstje om zelf de nodige software te schrijven voor het uitvoeren van alle berekeningen die hij nodig had voor zijn verhaal. Wat dat aspect van The Martian betreft, klopt alles alvast als een bus!

The Martian

Zonder die nodige software zouden die berekeningen een hels karwei zijn. De Hermes, het ruimteschip dat de astronauten van en naar Mars brengt, maakt immers een gebruik van een ionenmotor. Daardoor beweegt het zich niet met een constante snelheid voort in de ruimte, maar wordt het voortdurend versneld (gedurende de eerste helft van de trip) of vertraagd (gedurende de tweede helft).

Zo goed als alle technologie in het verhaal is gebaseerd op bestaande NASA-technologie. Uiteraard heeft de NASA vandaag de dag nog geen raket om mensen naar Mars te brengen, maar die tijd is niet meer zo veraf. Als je je baseert op wat de NASA vandaag de dag al verwezenlijkt heeft en wat de plannen zijn voor de nabije toekomst, dan is het eenvoudig om te extrapoleren.

Bemande Marsmissies zullen waarschijnlijk ongeveer verlopen zoals in The Martian: op het ogenblik dat astronauten naar Mars gelanceerd worden, staat er op Mars al een raket klaar om hen terug naar de ruimte te brengen: de MAV (Mars Ascent Vehicle). Dat blijkt uiteindelijk Watneys redding te zijn, maar hij moet er wel een lange rit met de marsrover voor over hebben om vanaf zijn locatie, de landingssite van Ares III – zo heet de fictieve derde bemande Marsmissie –, naar de Ares IV-site te rijden, waar al een MAV klaar staat voor toekomstige astronauten.

Bij zijn pogingen om zo lang mogelijk op Mars te overleven, moet astronaut Mark Watney zeer creatief omspringen met de materialen die hij ter beschikking heeft. Daarbij maakt hij gebruik van zijn kennis van scheikunde om water, zuurstof en brandstof te creëren en zich te ontdoen van schadelijke gassen. Ook wat scheikunde betreft heeft Weir zich uitstekend geïnformeerd, en klopt alles tot in de details. Of toch bijna, want één detail heeft Weir over het hoofd gezien, zo bleek na feedback van een van zijn lezers, een chemicus. Bij het chemische proces waarmee het hoofdpersonage brandstof creëert zou de temperatuur in de habitat namelijk met 400 graden gestegen zijn, en dat is natuurlijk fataal. Had hij dat op voorhand geweten, dan had de auteur dat probleem eenvoudig kunnen oplossen door het proces over een langere tijd te laten verlopen, zodat de temperatuurstijging binnen de perken zou blijven.

Twee dingen zijn echter niet wetenschappelijk accuraat, en dat wist Andy Weir al toen hij het boek schreef. Maar het grote publiek zal er beslist niet op letten. Aan het begin van zijn verhaal had Weir een dramatische gebeurtenis nodig die ervoor moest zorgen dat de bemanning van Ares III de planeet halsoverkop moest verlaten terwijl Mark Watney voor dood achterbleef. De auteur koos voor een storm, die hardware vernielde of omver blies en zelfs de MAV dreigde te doen kantelen.

Nu stormt het inderdaad wel eens op Mars, maar die stormen lijken geenszins op de orkanen die de Aarde af en toe teisteren. Het grote verschil is namelijk dat Mars een bijzonder ijle atmosfeer heeft. In vergelijking met de Aarde is de Marsatmosfeer ongeveer 200 keer zo ijl. Wanneer het ‘stormt’ op Mars, dan stelt de kracht van de wind dus eigenlijk niet zoveel voor. Een storm op Mars is daardoor eerder te vergelijken met een zacht briesje op Aarde en kan dus onmogelijk voor de vernieling zorgen die aan het begin van het verhaal wordt beschreven. Maar goed, dit was de trigger die de plot in gang zette, en van dan af aan is alles wetenschappelijk gezien behoorlijk accuraat.

The Martian

Een tweede zaak is de kwestie van de kosmische straling. In het verhaal wordt ervan uitgegaan dat Watneys ruimtepak, zijn Marsrover en de Marshabitat hem voldoende bescherming bieden tegen straling. In werkelijkheid is dat niet zo. Wanneer we straks écht astronauten voor langere tijd naar Mars gaan sturen, dan is dat een van de problemen die nog opgelost moeten worden. In tegenstelling tot de Aarde beschikt Mars dus niet over een dikke atmosfeer (zie hoger) en ook niet over een magnetisch veld. Op Aarde zorgen die twee voorzieningen ervoor dat het grootste deel van de schadelijke straling uit de ruimte wordt afgebogen of geabsorbeerd: het magnetisch veld vangt de geladen deeltjes in en leidt ze langs de magnetische veldlijnen naar de polen, waar ze voor noorderlicht en zuiderlicht zorgen. De deeltjes die toch door het magneetveld raken, worden op hun tocht doorheen de atmosfeer geabsorbeerd. De weinige deeltjes die het aardoppervlak bereiken, kunnen nog weinig schade aanrichten.

Ter info: kosmische straling bestaat voornamelijk uit deeltjes en gammastralen. Ze worden door de zon uitgestoten en onze richting op geblazen of komen uit het verre heelal (bv. van ontploffende sterren). Hoe hoger je je bevindt, hoe meer van die straling je te verwerken krijgt. Mensen die veel vliegen (met name piloten en ander vliegtuigpersoneel) krijgen dus in de loop van hun leven een hogere dosis straling te verwerken dan wie met twee voeten op de grond blijft, en bij het vliegen over de polen loop je meer straling op dan bij het vliegen over lagere breedtegraden.

Astronauten op Mars zullen dus in een goed beschermde habitat moeten verblijven en hun tijd buiten de habitat zoveel mogelijk moeten beperken. In The Martian doet astronaut Mark Watney dat absoluut niet: hij brengt heel wat tijd op het Marsoppervlak door, en het mag dan ook een wonder heten dat hij het zo lang op Mars uithoudt. Om de stralingsniveaus binnen de perken te houden, zou de habitat beschermd moeten worden door een laag lood van meerdere centimeters dik, een laag van 10 cm water of een meter rots! Omdat zoveel water of lood een enorm gewicht vertegenwoordigt dat onmogelijk vanaf de Aarde gelanceerd kan worden, ligt het dus voor de hand om astronauten op Mars ondergronds te laten wonen (in natuurlijke grotten of lavatunnels van uitgedoofde vulkanen).

Aan die twee puntjes kunnen science geeks zich misschien wat ergeren, maar het blijft fictie natuurlijk. Voor de rest zit The Martian bijzonder knap in elkaar en heeft Andy Weir zijn huiswerk écht wel heel goed gedaan. Alle lof!

Al bij al is The Martian wellicht de meest realistische van alle sciencefictionfilms die we de laatste tijd te zien hebben gekregen.

www.foxmovies.com/movies/the-martian

donderdag 15 oktober 2015

Back to the Future

Over een kleine week is het zo ver: dan is het Back to the Future day!

Het controlepaneel van de tijdmachine uit Back to the Future

Back to the Future is een succesvolle sciencefictiontrilogie uit de gouden jaren tachtig, die vandaag de dag nog op een grote schare toegewijde fans kan rekenen. Dankzij Back to the Future maakte het grote publiek in 1985 kennis met de eigenaardigheden die het reizen in de tijd – mocht zoiets überhaupt mogelijk zijn – met zich kan meebrengen. Doorgewinterde sciencefictionfans weten natuurlijk al langer dat reizen naar het verleden tot vreemde paradoxen kan leiden. De bekendste daarvan is de zogenaamde grootvaderparadox, waarbij de tijdreiziger, gewild of ongewild, in het verleden de vroegtijdige dood van zijn grootvader veroorzaakt, waardoor zijn vader en dus ook hijzelf nooit geboren wordt. Waar komt de tijdreiziger dan vandaan?

Affiche Back to the Future Part IIIn Back to the Future gaat het er allemaal wat luchtiger aan toe, maar je wordt wel aan het denken gezet over waar het beïnvloeden van gebeurtenissen in het verleden en voorkennis van de toekomst allemaal toe kunnen leiden. Het geeft vaak aanleiding tot grappige situaties, want BTTF – zo korten we de filmtitel gemakshalve af – is geen hard SF maar een SF-avonturenkomedie, met een karikatuur van een gekke uitvinder en een tijdmachine die een omgebouwde DeLorean DMC-12 is (een futuristisch uitziende auto met vleugeldeuren).

In de films reizen hoofdpersonages Marty McFly (Michael J. Fox) en doctor Emmett Brown (Christopher Lloyd) heen en weer tussen verleden (1885, 1955), heden (1985) en toekomst (2015). Het leuke is nu, dat de toekomst uit BTTF ondertussen aangebroken is.

De toekomst die de filmmakers in 1989 – het jaar waarin Back to the Future Part II uitkwam – voor ogen hadden, lijkt niet echt op het 2015 van vandaag. De mode is gelukkig wat minder lachwekkend. Maar toch zaten ze er op een aantal punten niet zo ver naast. Zo is videochatten tegenwoordig de gewoonste zaak van de wereld geworden, en zelfs hoverboards en Sneakers met zelfsluitende veters zijn vandaag de dag een feit (hoewel de kans dat je ze tegenkomt voorlopig nog bijzonder klein is)! Maar nog steeds geen vliegende auto’s of robots die de hond uitlaten en ook geen 19e holografische Jaws-film.

Back to the Future day: 21 oktober 2015De fans tellen vol ongeduld af tot 21 oktober. Dan is het eindelijk zover: dat is de dag waarop Marty en Doc met hun tijdmachine in hun toekomst (ons heden) aankomen. Heel wat bioscopen overal ter wereld zetten de trilogie voor de gelegenheid terug op het programma. Bij ons organiseert Kinepolis een Back to the Future Night, waarop de eerste twee films na elkaar vertoond worden. Wil je de volledige trilogie zien, dan kun je daarvoor terecht op het Film Fest Gent. Of je kunt natuurlijk ook gezellig thuis op de bank je eigen BTTF-marathon organiseren en de films op dvd, blu-ray of via Netflix bekijken. En daarvoor hoef je zelfs niet te wachten tot 21 oktober!

Een aantal bedrijven spelen aardig op deze speciale BTTF-datum in: zo heeft Toyota pas een nieuwe commercial gemaakt waarin de twee hoofdacteurs, Michael J. Fox en Christopher Lloyd, met elkaar bespreken welke voorspellingen uit de film ondertussen werkelijkheid geworden zijn!

Eerder deze maand verscheen op het YouTube-kanaal van Universal Pictures de trailer voor Jaws 19 (de zoveelste Jaws-sequel die volgens BTTF Part II op 21 oktober 2015 in de zalen zou spelen)...

kinepolis.be
www.backtothefuture.com
www.filmfestival.be
www.october212015.com

dinsdag 13 oktober 2015

Plopsa-pompoensoep

’t Is weer pompoenentijd. Bij Plopsaland schreven ze dus naar goede gewoonte weer een pompoensoepwedstrijd uit. Annelies wou dit jaar ook wel eens meedoen en kon haar recept nog net voor de deadline insturen.

Uit de bijna duizend inzendingen werden er uiteindelijk vijf finalisten geselecteerd die hun pompoensoep ter plaatse in De Panne mochten gaan presenteren. En je raadt het al: Annelies was bij de gelukkigen.

Piet Piraat en Berend Brokkenpap vinden de soep van Annelies helemaal top!

Op zaterdag 10 oktober werden de vijf finalisten mét hun gezin en een portie zelfgemaakte pompoensoep uitgenodigd in Plopsaland. We mochten gratis binnen en konden onze pompoensoep voorlopig bij het onthaal in bewaring geven, zodat we eerst nog wat van de halloweensfeer in het park konden genieten.

Maar ’s middags om half twee was het dan zover: dan konden we onze soep opwarmen in een microgolfoventje en mocht Annelies in de green room van het Plopsa Theater twee kommetjes heerlijke pompoensoep uitscheppen voor de jury, die bestond uit niemand minder dan Piet Piraat en Berend Brokkenpap.

De hoofdprijs was helaas niet voor ons weggelegd, maar we hebben er wel enkele leuke momenten én een privé-ontmoeting met Vlaanderens populairste piratenkapitein en scheepskok aan overgehouden. En ook een leuk dagje Plopsaland. Voor Miche en Annelies was het nog niet zo lang geleden, maar ik was al sedert 2004 niet meer in het park geweest.

Halloween in Plopsaland

In die tijd is er heel wat veranderd. Op een paar kleine dingen na herinnert bijna niets nog aan het vroegere Meli-park. Plopsaland is uitgebroeid tot een mooi, gethematiseerd park met heel wat leuke attracties. Een groot deel van die attracties is op een zeer jeugdig publiek afgestemd, maar er zijn ook wat stoerdere attracties. Zo heb ik me voor het eerst gewaagd aan De Grote Golf, een zogenaamde disk’o coaster die al draaiend een snelheid van 70 km/h haalt en ons tot op 15 meter hoogte zwiert. Een bijzonder leuke ervaring!

Voor de gelegenheid was het park ook erg mooi versierd voor Halloween. Er lagen héél veel pompoenen over het hele park verspreid, en we hebben kennis gemaakt met enkele halloweenfiguren, onder wie de Pompoenkoning.

En ja, de pompoensoep heeft héérlijk gesmaakt!

www.plopsa.be

maandag 12 oktober 2015

The Martian

Enkele dagen geleden had ik het al over het boek, vandaag heb ik het over de film, want ik heb ’m ondertussen gezien. En ik ben van plan om de film nóg eens in de bios te gaan bekijken. Dat doe ik altijd met keigoede films. En dat de blu-ray aan mijn verzameling wordt toegevoegd van zodra hij uitkomt, dat staat natuurlijk ook al vast. Ik ben héél benieuwd naar alle interessante extra’s die er ongetwijfeld op zullen staan.

Het boek heeft me van begin tot einde geboeid, en met de film was het niet anders. Ik wist natuurlijk al hoe het zou aflopen, maar dat was geen bezwaar. Ik heb de hele tijd in spanning meegeleefd met het hoofdpersonnage, en het was leuk om alle beelden die ik tijdens het lezen van het boek in mijn hoofd had gecreëerd, nu op het grote scherm te zien. Regisseur Ridley Scott en zijn ploeg zijn er uitstekend in geslaagd om de verfilming van Andy Weirs bestseller tot een goed einde te brengen. Ze hebben het boek alle eer aangedaan.

Mark Watney (Matt Damon) is een astronaut op een van de eerste bemande missies naar de planeet Mars. Maar al snel gaat het fout en de crew moet halsoverkop terug vertrekken. Daarbij wordt Watney voor dood op Mars achtergelaten. Alleen ... hij is nog in leven!

Astronaut Mark Watney, gestrand op Mars

En daar zit hij dan: moederziel alleen, op een verlaten planeet. Zijn medebemanningsleden zijn aan boord van een ruimtetuig dat (vanuit Watneys standpunt) de verkeerde kant op gaat: richting Aarde. En in tegenstelling tot wat je na het zien van een Star Trek- of Star Wars-film wellicht zult denken, kan zo’n ruimteschip niet zomaar rechtsomkeer maken om hem te komen oppikken.

Bovendien moet hij eerst de rest van de mensheid op de hoogte zien te brengen van het feit dat hij nog in leven is. Maar met een kapotte radioantenne is dat natuurlijk niet simpel. Die kapotte antenne is nog maar het begin van Watneys problemen. Met de bescheiden middelen die hij op Mars heeft, moet hij zeer inventief zijn om zijn kansen op overleven te verhogen en in leven te blijven tot er hulp komt opdagen. The Martian is een Robinson Crusoe-verhaal, maar dan op een verlaten planeet in plaats van op een verlaten eiland, en zonder Vrijdag.

De scènes wisselen af tussen Watney die het in zijn eentje op Mars probeert te redden, het crisiscentrum op Aarde dat moet uitvissen hoe ze Watney terug kunnen halen, en de bemanning van het ruimteschip met Watneys medeastronauten, die bezig zijn met de maandenlange trip tussen Mars en Aarde. Er is dus voldoende variatie zodat het op geen enkel moment gaat vervelen, en hoewel de situatie van Watney zeer ernstig en soms bijna hopeloos is, zorgt de nodige humor ervoor dat de film geen al te dramatische ondertoon krijgt.

Matt Damon als ruimteschipbreukeling op de rode planeet

Dit sciencefictionverhaal speelt zich af in de zeer nabije toekomst. Zowat alle technologie die in de film getoond wordt, is geïnspireerd op waar de NASA vandaag de dag mee bezig is. Het wordt allemaal zo realistisch en geloofwaardig in beeld gebracht, dat er nu zelfs mensen blijken te zijn die denken dat de film gebaseerd is op een waar gebeurd verhaal, en dat terwijl andere mensen nog altijd – ten onrechte, dat weze duidelijk! – denken dat de maanlandingen in scène gezet zijn in een filmstudio! Zucht ...

The Martian is een uitstekend gemaakte film. Normaal gezien ga ik sciencefictionfilms zonder mijn vrouw en dochter bekijken, maar deze keer waren ze mee en ze hebben even veel van de film genoten als ik. Dat bewijst dat The Martian niet enkel voor scifi-fans en wetenschapsnerds gemaakt is, maar voor een groot publiek. Absolute aanrader!

Als je genoten hebt van de film, dan kan ik je het boek van harte aanbevelen. Met het lezen van een boek ben je vele uren of dagen bezig. Als je bedenkt dat het hele verhaal tot zowat twee uur gereduceerd wordt in een film, dan begrijp je dat het niet anders kan dat bij een boekverfilming heel wat zaken noodgedwongen weggelaten worden. In die zin is het boek wellicht altijd beter dan de film, omdat het meer diepgang biedt en ook omdat je er langer van kunt genieten.

Binnenkort kom ik in een volgend blogje zeker nog eens op The Martian terug, want ik ben er nog lang niet over uitgepraat...

www.foxmovies.com/movies/the-martian

woensdag 7 oktober 2015

The Martian: van gratis e-boek tot kaskraker

Sciencefiction dringt steeds meer door tot de mainstream, zeker in de film. Voor het derde achtereenvolgende jaar krijgen we een scifi-film in onze bioscoopzalen die een kassucces wordt en die niet enkel scifi-fans maar ook het grote publiek kan bekoren: twee jaar geleden was er Gravity (met Sandra Bullock en George Clooney), vorig jaar Interstellar (met o.a. Matthew McConaughey, Michael Cane, Matt Damon, Anne Hathaway en Jessica Chastain), en dit jaar het langverwachte The Martian (alweer met diezelfde Matt Damon en Jessica Chastain).

In dit blogje wil ik het echter niet zozeer over de film hebben maar over het boek, en meer bepaald over de onwaarschijnlijke manier waarop het tot stand gekomen is.

Auteur Andy Weir en zijn debuutroman The Martian

The Martian is een waar succesverhaal. Auteur Andy Weir had bij het schrijven van zijn boek, dat uiteindelijk zijn debuutroman zou worden, nooit kunnen vermoeden tot welk succes het zou leiden. Om te beginnen had hij helemaal niet de intentie om er ook maar iets aan te verdienen. Hij zette zijn boek aanvankelijk hoofdstuk per hoofdstuk op zijn blog, en wist zo heel wat lezers naar zijn site te lokken. Toen het boek in 2011 eenmaal af was, kwam al snel de vraag van lezers om het als e-boek te kunnen downloaden. Andy Weir moest even uitzoeken hoe hij dat voor elkaar moest krijgen, maar hij is een pientere kerel en plaatste al gauw een epub-bestand op zijn site. Iedereen die het wou, kon het bestand gratis en voor niets downloaden. Weir was immers helemaal niet van plan om het naar een uitgever te sturen en het te proberen verkopen.

Heel wat lezers maakten zo voor het eerst kennis met de e-boekversie van The Martian. Maar een epub-bestand downloaden van een website en het op een e-reader plaatsen is iets wat voor veel mensen toch wat te moeilijk blijkt (ja, ik weet het, het is doodsimpel, maar sommige mensen zijn nu eenmaal niet zo handig met computers). Daarom kwam al snel de vraag om het boek beschikbaar te maken in de Kindle Store van Amazon. Wanneer je een Kindle hebt, is een e-boek kopen bij Amazon kinderspel: het boek wordt immers automatisch naar je toestel gedownload; je hoeft geen kabeltje aan te sluiten en geen bestand te kopiëren. Maar via Amazon kan een auteur geen gratis e-boeken verspreiden. De minimumprijs die door Amazon opgelegd wordt, is 99 cent. Dus voortaan verkocht Andy Weir zijn e-boek voor de spotprijs van 99 cent (waarvan 30% naar de auteur gaat en 70% naar Amazon).

The Martian – coverAl gauw waren er meer exemplaren via Amazon verkocht dan er gratis van Andy’s website waren gedownload. Boeken die veel worden verkocht, verschijnen in Amazons bestsellerlijst. Hoe meer exemplaren er worden verkocht, hoe hoger een boek opklimt in de bestsellerlijst. Op die manier krijgt het boek natuurlijk nog meer aandacht, wat er op zijn beurt voor zorgt dat het nóg meer verkocht wordt. En zo werd The Martian alvast bij e-boeklezers een instant succes.

Ook uitgevers kijken natuurlijk wel eens in Amazons bestsellerlijst, en het duurde dan ook niet lang vooraleer Andy Weir door een uitgeverij gecontacteerd werd om een papieren versie en een audioversie van het boek uit te brengen. In 2013 sloot Weir overeenkomsten met Podium Publishing voor het audioboek en met Random House (Crown Publishing Group) voor de papieren uitgave. In februari 2014 verscheen het boek, en van dan af aan maakten nóg meer lezers kennis met The Martian. Binnen de kortste tijd haalde het boek de bestsellerlijst van (onder andere) de New York Times.

Je begrijpt dat dit niet de typische gang van zaken is voor een debuutroman. Vele aspirant-schrijvers hebben al vele manuscripten naar vele uitgeverijen gestuurd (en teruggekregen) alvorens ze erin slagen een boek gepubliceerd te krijgen, áls ze daar überhaupt ooit in slagen. Bij Andy Weir ging het vanzelf, en was het net omgekeerd. De uitgeverijen contacteerden hém, of ze alsjeblieft zijn boek mochten publiceren. Wat kun je je als schrijver nog meer dromen?

Maar de successtory is nog lang niet gedaan. Nog voor The Martian in de boekwinkels lag, had Weir al een telefoontje gekregen van 20th Century Fox, die een optie wou op de filmrechten. Een optie betekent nog niet dat de film daadwerkelijk gemaakt zal worden, maar op die manier verzekert de filmmaatschappij zich ervan dat de concurrentie niet met de rechten gaat lopen. Filmmaatschappijen kopen heel vaak dergelijke opties, maar slechts een kleine fractie daarvan wordt uiteindelijk verfilmd. Andy dacht dus dat het wel niet zo’n vaart zou lopen, maar het duurde niet lang vooraleer Fox een ervaren scenarist op het project zette: Drew Goddard (van Cloverfield, The Cabin in the Woods, World War Z). Even later werden onderhandelingen gestart met niemand minder dan Ridley Scott om de film te regisseren. Scott heeft zijn sporen in het genre ruimschoots verdiend met o.a. Alien en Blade Runner. Toen ook de naam van steracteur Matt Damon viel, besefte Weir dat het menens was.

The Martian – cover van de filmversieBij mijn bezoek aan Boedapest afgelopen zomer heb ik daar weinig gezien dat op een Marslandschap leek, maar dat is de stad waar een groot deel van The Martian (in een studio) verfilmd werd. Ondertussen is de film in première gegaan, en het is al meteen een net zo groot succes als het boek.

Het is een cliché dat het boek meestal beter is dan de film, maar in dit geval blijkt dat toch (gelukkig!) niet op te gaan. Ridley Scott is erin geslaagd een bioscoopversie af te leveren die zeker niet moet onderdoen voor het boek. Tenminste volgens de positieve kritieken die ik overal hoor, want ik heb de film (voorlopig) nog niet zelf gezien. Maar ook auteur Andy Weir is alvast bijzonder lovend over het resultaat.

O ja, ik zou bijna nog vergeten zeggen waar het over gaat, maar daar lees je meer over in een volgend blogje, wanneer ik het over de film zal hebben. Samengevat: in de niet zo verre toekomst wordt een astronaut voor dood achtergelaten op Mars. Maar wat blijkt? Hij leeft nog, en staat nu voor de hopeloze opdracht om zichzelf in leven te houden tot er hulp komt opdagen (en dat kan best wel even duren als je op een andere planeet zit). Gelukkig blijkt hij bijzonder vindingrijk te zijn (en een goede kennis van scheikunde te hebben).

Een hele tijd geleden al heb ik het boek gelezen (de e-boekversie uit 2014, in het Engels) en ik was helemaal in de ban van het verhaal. Het boek is alvast een echte pageturner en een bijzonder grote aanrader! Ondertussen is het ook in het Nederlands vertaald en ligt de filmversie in zowat alle supermarkten en boekhandels. Je kunt er niet naast kijken: zoek naar een cover met het hoofd van Matt Damon in een astronautenhelm. Hij ligt vast in de etalage of bij de top 10.

Andy Weir is my new hero! In onderstaand filmpje hoor je hem zelf uitleggen hoe het allemaal gegaan is.

www.andyweirauthor.com
www.galactanet.com

maandag 5 oktober 2015

JVS/VVS-weekend 2015

Het JVS/VVS-weekend is sedert enkele jaren een vast item op mijn agenda voor begin oktober. Deze vereniging van Vlaamse amateurastronomen (JVS – Jongerenvereniging voor Sterrenkunde / VVS – Vereniging voor Sterrenkunde) organiseert jaarlijks een weekend vol interessante lezingen en randactiviteiten voor al wie geïnteresseerd is in sterrenkunde en ruimtevaart. Vorig jaar waren we nog te gast in de Cosmodrome, gelegen in een bosrijk gebied in midden-Limburg; dit jaar kwamen de sterrenliefhebbers weer samen aan de Belgische kust, in de Duinse Polders in Blankenberge (net als twee jaar geleden). Voor mij in ieder geval veel minder ver rijden dan vorig jaar.

Pluto en Charon gefotografeerd door New Horizons

Traditioneel worden er een aantal lezingen gegeven door zowel amateurs als professionele astronomen, over zeer uiteenlopende onderwerpen. Want je moet je realiseren dat de term sterrenkunde (of astronomie) een zeer brede waaier van disciplines dekt. Amateursterrenkundigen heb je dan ook in allerlei kleuren en smaken: de ene houdt zich bezig met astrofotografie (het fotograferen van hemellichamen en hemelverschijnselen), de andere met het slijpen van spiegels en het bouwen van telescopen. Nog anderen zijn eclipsjagers, houden zich bezig met spectrografie of verdiepen zich in de kosmologie, willen alles afweten van planeetonderzoek en ruimtesondes, van asteroïden en kometen of van zwarte gaten en neutronensterren. En dan heb ik enkel nog maar een kleine selectie van mogelijke onderwerpen opgesomd. Ja, de astronomie biedt voor elk wat wils en neen, je kunt onmogelijk over ál die zaken álles afweten, het is gewoon te veel.

Daarom is het des te interessanter om tijdens zo’n weekend verschillende mensen aan het woord te horen over zeer uiteenlopende aspecten van de astronomie en te vernemen waar zowel professionelen als amateurs mee bezig zijn.

Een greep uit de onderwerpen van het afgelopen weekend: Chinese ruimtevaart, lichthinderbeperking, professioneel telescoopdesign, spiegelslijpen, Nova Vul 1670, de Laniakea-supercluster, natuurlijke deeltjesversnellers in het heelal, de vier resterende Space Shuttles, primeurs in de ruimtevaart, de zonsverduistering van 20 maart 2015, etc.

Sterren schitteren voor iedereenSpeciale aandacht ging ook naar het project Sterren schitteren voor iedereen, dat tot doel heeft om zoveel mogelijk scholen (met name scholen voor bijzonder/speciaal onderwijs) en instellingen voor kinderen met een beperking een telescoop te bezorgen en op die manier kennis te laten maken met de wondere wereld van de sterrenkunde. Want zeg nu zelf, dat komt in ons onderwijs toch veel te weinig aan bod, nietwaar?

Bezieler Jean-Pierre Grootaerd, die het project Sterren schitteren voor iedereen in Blankenberge kwam toelichten, ziet het meteen groots: hij beperkt zich niet tot Vlaanderen, maar gaat meteen internationaal in België, Nederland en Duitsland. Dankzij enkele bereidwillige sponsors en schenkers krijgen de scholen voor amper 100 euro zowel de kijker als de montering, boeken, posters en nog veel meer. Ook astronauten verlenen graag hun medewerking aan het project: enkele maankaarten en telescopen kregen al een handtekening van Charlie Duke, Dirk Frimaut, Frank De Winne, André Kuipers en Alexander Gerst.

Maar met het afleveren van de kijker bij de school is de kous niet af. De ervaring leert dat het gevaar bestaat dat zo’n toestel, wanneer er geen begeleiding is, na een paar keer gebruiken ergens op zolder of in een bergruimte belandt en daar nooit meer uitkomt. En dat zou zonde zijn, nietwaar? Daarom wordt ook gezorgd voor begeleiding door lokale volkssterrenwachten of sterrenkundeverenigingen, zodat de leerlingen (en ongetwijfeld ook hun leerkrachten) er ook effectief iets aan hebben en er heel wat van zullen leren.

Wellicht de grappigste spreker van het weekend – en meteen ook de enige vrouw – was ongetwijfeld Ellen Bruijns, die verslag kwam doen van haar trip naar de Faeröereilanden om er de totale zonsverduistering van 20 maart 2015 te gaan waarnemen. Het zag er eerst naar uit dat het een maat voor niets zou worden, want de lucht was die ochtend zwaar betrokken, maar op het cruciale moment kwam er een opening in de wolken waardoor de eclips toch nog te zien was. Helaas slaagde Ellen er niet in om nog foto’s te maken, maar wat ze zag stond op haar netvliezen gebrand, en de Nederlandse eclipsjaagster kon ons een mooie tekening laten zien van hoe ze zich de eclips van 2015 herinnert. Vóór de uitvinding van de (astro)fotografie deden overigens alle astronomen het op die manier: ze maakten tekeningen van hun waarnemingen.

De analemma-foto van Geert Vandenbulcke

Ook heel indrukwekkend was de presentatie van Geert Vandenbulcke, een ervaren astrofotograaf uit Oostduinkerke, die het voorbije jaar besteed heeft aan het maken van een analemma-foto van de zon. Het resultaat vind je hierboven. Een analemma geeft de positie van een hemellichaam (in dit geval de zon) weer op een vast moment van de dag, gedurende een jaar. Bovenstaande foto is een combinatie van 53 foto’s van de zon, gemaakt ruwweg iedere week (uiteraard afhankelijk van de weersomstandigheden) op hetzelfde moment van de dag. Je moet er veel geduld en doorzettingsvermogen voor hebben, zorgen dat de camera bij iedere opname op dezelfde manier gepositioneerd wordt en dezelfde instellingen gebruikt, en op voorhand goed plannen (zodat het volledige analemma in beeld komt).

Het hoeft geen betoog dat ik, samen met de organisatoren, tevreden kan terugblikken op dit geslaagde sterrenweekend. Ik heb interessante sprekers aan het woord gehoord, nieuwe dingen geleerd en ook wat bijgepraat met andere amateurastronomen.

De locatie voor volgend jaar staat al vast: dan trekt het JVS/VVS-gezelschap opnieuw naar de kust, deze keer naar Oostende.

www.astrobin.com
www.spacepage.be
www.vvs.be

donderdag 1 oktober 2015

Gateway to Space

Eindelijk tijd gevonden om de reizende tentoonstelling Gateway to Space – The Exhibition te gaan bezoeken. Deze expo loopt al sedert 18 juli in paleis 2 van Brussels Expo op de Heizel, dezelfde locatie waar we vorig jaar de Titanic-expo en in 2011 de Toetanchamon-tentoonstelling zijn gaan bezoeken.

Gateway to Space – The Exhibition

Aan het begin van de tentoonstelling krijg je een impressie van hoe het is om als ISS-astronaut door de Cupola naar de Aarde te kijken. De Cupola kun je beschouwen als het observatiedek van het internationale ruimtestation.

Daarna komt een overzicht van de geschiedenis van de ruimtevaart. Van Jules Vernes’ De la terre à la lune (met enkele frappante overeenkomsten met de latere Apollovluchten naar de maan) over raketpioniers Konstantin Tsiolkovski en Wernher von Braun tot de Mercury-astronauten, dieren in de ruimte, de maanlandingen, de Space Shuttle en het International Space Station.

De tentoonstelling omvat meer dan honderd voorwerpen uit de collectie van het US Space and Rocket Center in Huntsville waaronder ruimtepakken, modellen van raketten en ruimtevaartuigen, een stuk maansteen, foto’s, video’s, en nog veel meer. Je kunt er door de Destiny-module van het ISS lopen of een blik werpen in de cockpit van de Space Shuttle of in een van de modules van het Russische ruimtestation Mir. In die laatste is het niet denkbeeldig dat je wat misselijk wordt, want de module ligt onder een hoek je raakt er al snel wat gedesoriënteerd. Geen wonder dat astronauten ruimteziek worden.

Inderdaad: deze tentoonstelling bestaat niet alleen maar uit NASA-materiaal. Er wordt ook de nodige aandacht besteed aan Russische ruimtevaartuigen. Modellen van Space Shuttle en Boeran staan broedelijk naast elkaar. (Mensen die niet beter weten, denken wellicht dat het twee Amerikaanse Shuttles zijn, vrees ik.)

Er is geen audiogids bij deze tentoonstelling en dat is toch wel een beetje een gemis. Er staan wel bordjes met beschrijvingen. Er is een bioscoopzaaltje ingericht met een korte film, waarin we ook op de tentoonstelling verwelkomd worden door maanastronaut Charles Duke, die in juli de tentoonstelling mocht openen. Duke is de jongste van de 12 maanwandelaars. In april 1972 reed hij met een maanauto, waarvan een replica op de tentoonstelling te zien is, rond over de Descartes Highlands op de maan.

Aan het einde van de tentoonstelling kom je in Spacecamp, een ruimte waar je op verschillende manieren kunt ervaren wat astronauten moeten doorstaan. In de Multi Axis Trainer – een stoel gemonteerd binnen drie concentrische ringen die onafhankelijk van elkaar kunnen draaien – ga je overkop en verder ook nog alle kanten uit, niet aan te raden meteen na de lunch. In een vluchtsimulator moet je de Space Shuttle veilig aan de grond zien te zetten – niet makkelijk, want bij het landen kun je de motoren niet gebruiken – of je kunt ervaren hoe je in gewichtloze toestand werkzaamheden moet verrichten in het ISS.

Je kunt je ook nog laten fotograferen in een ruimtepak of met de kosmos op de achtergrond, ruimtesouvenirs kopen in de Space Shop of een drankje bestellen aan de Space Bar.

Hoewel Gateway to Space een mooie tentoonstelling is die beslist de moeite loont, vond ik dit toch iets minder spectaculair dan A Human Adventure, de NASA-tentoonstelling die ik begin vorig jaar in Utrecht ben gaan bekijken (en die ook al geopend werd in aanwezigheid van Charlie Duke). Ik besef uiteraard dat ik natuurlijk een beetje verwend ben na mijn bezoeken aan het Kennedy Space Center en het National Air and Space Museum in 2013 en A Human Adventure in 2014, dus als je belangstelling hebt voor ruimtevaart, dan zul je het hier beslist naar je zin hebben. De tentoonstelling loopt nog tot 8 november. Een selectie ervan vind je hieronder of op Google Photos.

expo-space.be