dinsdag 29 september 2015

FACTS 2015

Afgelopen weekend vond in Flanders Expo de 25e editie van FACTS plaats. En ja hoor, FACTS 2015 was alweer groter en grootser dan alle vorige edities. Tot nu toe heb ik me altijd tevreden gesteld met één dagje FACTS, maar ik zal vanaf volgend jaar toch echt wel twee dagen moeten voorzien. Het is onmogelijk om op één dag alle stands in alle hallen af te lopen én alle Q&A’s bij te wonen én naar de cosplaywedstrijd te gaan kijken én bij enkele artiesten in de rij te gaan staan voor een foto, een tekening of een autogram. Ook voor een uitgebreide lunch had ik deze keer geen tijd, maar ik heb tussendoor toch een heerlijke onigiri gegeten en mijn hoofdmaaltijd noodgedwongen uitgesteld tot na sluitingstijd.

De organisatoren hadden enkele behoorlijk interessante gastacteurs uitgenodigd voor de Q&A’s. Sommigen had ik al eerder ontmoet, anderen waren nieuw voor mij. Dit jaar vonden de Q&A’s plaats in het grote auditorium op de eerste verdieping. Een hele verbetering tegenover vroeger.

FACTS 2015

Om kwart over twaalf zat ik klaar voor de eerste Q&A met John Rhys-Davies. De meeste mensen kennen deze Welshe film- en tv-acteur als de dwerg Gimli in de Lord of the Rings-trilogie. Maar hij vertolkte ook de memorabele rol van Sallah in Raiders of the Lost Ark en Indiana Jones and the Last Crusade, en die van generaal Pushkin in de James Bond-film The Living Daylights. Sciencefictionfans kennen hem ongetwijfeld ook als professor Maximilian Arturo in Sliders en als de holodeck-versie van Leonardo da Vinci in enkele afleveringen van Star Trek: Voyager.

Ernie Hudson heb ik overgeslagen, omdat ik niet al mijn tijd op de Q&A’s wou verdoen en omdat ik Hudson al eerder bezig gezien had tijdens FACTS 17 (2007). Hudson is onder andere bekend van zijn rol als Winston Zeddemore in Ghost Busters.

Ik was wel weer present voor het panel met Christopher Lloyd, die iedereen kent als de ietwat excentrieke maar geniale doctor Emmett Brown in de Back to the Future-trilogie. Trekkies kennen hem ongetwijfeld ook nog als commander Kruge in Star Trek III: The Search for Spock. Wie het wou, kon op FACTS samen met Lloyd op de foto bij een full-size replica van de DeLorean DMC-12, de tijdmachine uit de Back to the Future-films. Voor de BTTF-fans is 2015 overigens een heel speciaal jaar: dit is namelijk het jaar waar Marty McFly in Back to the Future Part II naartoe reist vanuit 1985. Maar dat is stof voor weer een volgend blogje.

Na Christopher Lloyd was het de beurt aan Peter Mayhew (Chewbacca uit Star Wars). Mayhew mocht helaas nog niets kwijt over Episode VII (waarin hij de rol van ieders favoriete Wookiee herneemt – Chewie, we’re home!), maar kon ons wel verzekeren dat de fans zeker niet teleurgesteld zullen worden. Hij was vol lof over de samenwerking met regisseur J.J. Abrams en over de ‘ouderwetse’ (lees: degelijke) manier waarop die laatste te werk gaat. Mayhew had ik heel lang geleden al eens ontmoet, toen hij in oktober 1998 in de Keizershallen in Aalst samen met enkele andere Star Wars-acteurs te gast was op de Star Wars is Back-conventie. Mayhew valt op door zijn uitzonderlijke lengte (2,21 meter!) en loopt bijzonder moeilijk. Hij moest in een rolstoel tot bij het podium gebracht worden. Op Star Wars: Episode VII – The Force Awakens is het nog even wachten. Het langverwachte nieuwe Star Wars-vervolg komt bij ons op 16 december in de zalen.

Sommige mensen zaten al ongeduldig te wachten op de komst van Summer Glau, maar eerst was er nog de Q&A van William Sadler, bij de Star Trek-fans gekend als Section 31-agent Luther Sloan uit Deep Space Nine. Hij vertolkte ook de rol van sheriff Jim Valenti in Roswell. Op het grote doek was hij onder andere te zien in The Shawshank Redemption, Die Hard 2 en Iron Man 3.

Het laatste panel dat ik bijgewoond heb, was dat van Summer Glau, een bijzonder getalenteerde jonge actrice, van oorsprong ballerina, die ik in 2009 al op FedCon had mogen ontmoeten. Dat was echter allerminst een reden om deze Q&A over te slaan. Als fan van Firefly en Serenity, The 4400, Terminator: The Sarah Connor Chronicles, Dollhouse en sinds enige tijd ook Arrow mocht ik dit natuurlijk in geen geval missen.

De laatste Q&A-gast die op het programma stond, was Casper Van Dien. Van Dien staat altijd garant voor entertainment, maar ik heb zijn panel toch maar overgeslagen omdat ik voor sluitingstijd ook nog wel eens hallen 5 en 7 wou bezoeken. Ik heb Casper Van Dien al twee keer eerder ontmoet op FedCon, in 2012 en 2013. Hij is vooral bekend voor zijn rol van Johnny Rico in de scifi-cultfilm Starship Troopers.

O ja, ook Alfie Allen (Theon Greyjoy uit Game of Thrones) was te gast op FACTS, maar hem ben ik niet tegengekomen aangezien hij er alleen op zaterdag was.

De organisatoren kunnen ongetwijfeld weer erg tevreden terugblikken op deze jubileumeditie van FACTS. De organisatie was weer feilloos. Zoals je merkt heb ik veel tijd doorgebracht bij de Q&A’s, maar er is natuurlijk nog veel meer te doen op FACTS. Liefhebbers van comics kunnen hun hartje ophalen bij de vele verkopers en bij de artiesten die er komen tekenen en signeren. Cosplayers kunnen zich verkleden als hun favoriete personage en meedoen aan de cosplaywedstrijd (waar ik dit jaar dus wegens tijdgebrek helemaal niets van gezien heb!). Gamers kunnen nieuwe games uitproberen. Verzamelaars vinden een bijzonder uitgebreid aanbod en kunnen wellicht niet aan de vele verleidingen weerstaan om tal van items aan hun collectie toe te voegen. Ik heb mensen met grote dozen en koffers vol spullen zien rondlopen.

Liefhebbers van dit soort conventies en beurzen worden tegenwoordig steeds vaker verwend. Het zal een druk voorjaar worden in 2016, want de volgende editie van Antwerp Convention (het kleine broertje van FACTS dat in het voorjaar in Antwerp Expo plaatsvindt) plant volgend jaar voor het eerst een weekendeditie, in Brussel wordt voor het eerst Comic Con Brussels georganiseerd en bij onze noorderburen kunnen we weer terecht voor Dutch Comic Con. In de zomer van 2016 is er dan voor de tweede keer StarCom in Gent. De tekenen zijn overduidelijk: the geeks are taking over!

www.antwerpconvention.be
www.comicconbrussels.com
www.dutchcomiccon.com
www.facts.be
www.fedcon.de
www.starcom.tv

maandag 28 september 2015

Bloedmaan

Zelfs als je totaal niets hebt met sterrenkunde, je kon er de voorbije dagen moeilijk omheen. Kranten, radio en tv hadden ons klaargestoomd voor de op til zijnde maansverduistering in de nacht van 27 op 28 september. Volgens de media zou het gaan om een hoogst uitzonderlijk fenomeen, en als je het schouwspel nu zou missen, dan zou je nog 18 jaar moeten wachten vooraleer je nog eens iets dergelijks zou kunnen zien. Op bijgaande foto van Stefaan Cappelle krijg je een mooi beeld van het verloop van de eclips.

De maansverduistering van 28 september 2015 gefotografeerd door Stefaan Cappelle

Laat me je meteen geruststellen. Als je de maansverduistering van de voorbije nacht niet gezien hebt, dan krijg je over minder dan 3 jaar al een nieuwe kans. Op 27 juli 2018 is er immers alweer een totale maansverduistering die vanuit België en Nederland te zien is. Al zul je het begin van de eclips dan wel moeten missen, maar een ramp is dat niet. De totaliteit – en daar gaat het in de eerste plaats om – zal dan vanuit onze contreien goed waarneembaar zijn, en het goede nieuws is dat je niet midden in de nacht je bed uit moet, want de eclips vindt dan ’s avonds plaats.

Nauwelijks een half jaar later, op 21 januari 2019, is er alwéér een totale maansverduistering. Vóór de eclipsen van 2018 en 2019 kun je ook nog een aantal gedeeltelijke maansverduisteringen zien. Je merkt het: maansverduisteringen zijn helemaal niet zo zeldzaam, in tegenstelling tot wat de gemiddelde krantenlezer vandaag misschien wel denkt.

Als je écht een totale maansverduistering van begin tot einde wilt kunnen waarnemen – maar daarvoor moet je al een erg gemotiveerde waarnemer zijn –, dan zul je moeten wachten tot 20 december 2029. Een andere optie is dat je bijvoorbeeld de verduistering van 31 januari 2018 (die bij ons helemaal niet te zien is) vanaf een ander continent waarneemt.

Waar haalt de krant die 18 jaar dan vandaan? Wel, zo lang moeten we inderdaad wachten op de volgende combinatie van totale maansverduistering en supermaan. We spreken van een supermaan wanneer de volle maan samenvalt met het ogenblik dat de Aarde en de maan het dichtst bij elkaar staan. De maan draait immers in een ellipsbaan om de Aarde, niet in een perfecte cirkel. Daardoor staat de maan soms wat dichterbij, soms wat verderaf. Wanneer de maan dichtbij staat, is de diameter van de maanschijf aan de hemel zo’n 14% groter dan wanneer de maan op haar verste punt staat, ofwel 7% groter dan gemiddeld, maar zo spectaculair is dat nu ook weer niet. Een maansverduistering vindt altijd plaats tijdens volle maan, en afgelopen nacht hadden we dus inderdaad de eerder zeldzame combinatie van totale maansverduistering én supermaan. De volgende keer dat die combinatie zich voordoet, is op 14 april 2033, en dat is inderdaad over zowat 18 jaar. Maar dat je nauwelijks het verschil ziet met een gewone volledige maansverduistering, dat stond er in het krantenbericht natuurlijk niet bij.

Want je kunt je terecht afvragen of de gemiddelde krantenlezer überhaupt het verschil merkt tussen een supermaan en een gewone volle maan. Het verschil in diameter tussen een supermaan en een gemiddelde volle maan is 7%, iets wat met het blote oog nauwelijks waarneembaar is. Ook het verschil in helderheid is in de praktijk amper te merken. Kranten benadrukken dus veel te veel het uitzonderlijke karakter van de combinatie maansverduistering/supermaan en besteden veel te weinig aandacht aan een correcte voorlichting van het publiek.

Ik kan je dus deze tip meegeven: vertrouw voor wetenschapsnieuws – en voor het andere nieuws eigenlijk ook – niet te veel op wat je in de krant leest. De berichtgeving in de kranten is meestal op zijn minst onvolledig en vaak zelfs helemaal foutief. Vaak heeft de journalist in kwestie wel ergens de klok horen luiden, maar weet hij toch niet helemaal precies waar de klepel hangt. Of het artikel in kwestie is ingekort om plaats te winnen, waardoor essentiële informatie is weggevallen. Bovendien worden onbenullige feitjes vaak opgeblazen tot sensatiegebeurtenissen, terwijl men voorbijgaat aan de essentie der dingen. Voor correctere informatie bezoek je beter de websites van populair wetenschappelijke magazines zoals Eos (eoswetenschap.eu) of sites van astronomen of sterrenkundeverenigingen zoals de VVS (www.vvs.be).

De bloedmaan van 15 april 2014 – credit: Mt. Lemmon SkyCenter/University of Arizona

O ja, een totale maansverduistering wordt ook wel eens omschreven als ‘bloedmaan’. Deze term verwijst naar de rode kleur die de maan krijgt tijdens zo’n totale verduistering. Want de maan is dan niet compleet duister. Ze bevindt zich weliswaar volledig in de schaduw van de Aarde, waardoor er geen direct zonlicht op valt, maar de maan ontvangt nog wel een beetje zonlicht dat afgebogen werd door de atmosfeer van de Aarde. Het witte zonlicht is samengesteld uit alle kleuren van de regenboog, maar er bereikt bijna uitsluitend rood licht de maan, omdat de overige kleuren meer door de atmosfeer verstrooid worden. Daardoor krijgt de maan een donkerrode of roodbruine kleur. De precieze kleurschakering is tijdens elke maansverduistering echter weer anders, omdat dat afhankelijk is van de samenstelling van de aardatmosfeer op het moment van de eclips. De ene keer zit er wat meer stof en waterdamp in de atmosfeer, de andere keer wat minder. Ook asdeeltjes van vulkaanuitbarstingen hebben een invloed op de verstrooiing van het licht. De helderheid hangt dan weer af van hoe dicht de maan bij de centrale as van de schaduwkegel van de Aarde komt.

Dus mocht je de afgelopen bloedmaan gemist hebben, dan moet je niet wanhopen. Je moet beslist niet wachten tot 2033 alvorens je een nieuwe kans krijgt. Markeer gewoon 27 juli 2018 op je agenda.

hemel.waarnemen.com
www.frankdeboosere.be
www.hln.be
www.vvs.be

donderdag 24 september 2015

Adopteer een schrijfmachine

Op 13 september kwamen in boekhandel Limerick in Gent de adoptanten bijeen van de schrijfmachineverzameling van Willem Frederik Hermans. In een eerder stukje had ik het al over deze collectie, naar aanleiding van het fotoboek dat in april dit jaar verscheen.

Wat ik nog niet schreef, is dat de schrijfmachines geadopteerd kunnen worden. In ruil voor een bescheiden bedrag kan iedereen een machine adopteren. Je krijgt de machine dan niet mee naar huis – hij blijft gewoon tentoongesteld samen met de rest van de verzameling – maar je financiële bijdrage wordt gebruikt om de machines te restaureren, want daar waren ze dringend aan toe.

Jammer genoeg is de collectie, die van 1995 tot 2011 in het Tilburgse Scryption te zien was, in het verleden een beetje verwaarloosd. Heel wat exemplaren stonden niet in de tentoonstellingsruimte van het museum maar op zolder, en de olie is helemaal hard geworden waardoor de machines vast zijn komen te zitten. Sommige zijn in de loop der jaren ook op eerder ondeskundige wijze hersteld, wat de machines soms meer kwaad dan goed heeft gedaan.

De auteur van deze blog typt 'Nooit meer slapen' op de Bar-Lock van W.F. Hermans, gezeten aan het bureau van de beroemde schrijver

Maar gelukkig is de collectie nu in uitstekende handen. De nieuwe eigenaar heeft de taak op zich genomen om zoveel mogelijk schrijfmachines terug in werkende staat te krijgen. Twee ervaren restaurateurs hebben zich met hart en ziel en met veel toewijding op deze taak gestort. Ze doen hun uiterste best om de machines niet alleen weer te laten blinken, maar ook weer te laten werken.

Alleen voor de beroemde elektrische rode IBM was nog geen restaurateur gevonden, maar ook dat probleem is ondertussen van de baan. Op dit eigenste ogenblik wordt de rode IBM, waar Hermans de laatste vijfentwintig jaar van zijn leven op schreef, door een Nederlandse hersteller terug in werkende staat gebracht.

Op die rode IBM hebben we dus voorlopig nog niet kunnen typen, maar op 13 september hebben we wel enkele andere machines mogen uitproberen. We waren door Gert Brouns van boekhandel Limerick uitgenodigd om live demonstraties te geven voor het aanwezige publiek. Gert had vier machines voor ons klaargezet. Drie ervan met een azertyklavier – dat is voor ons Belgen toch het handigst – en één met een qwertyklavier.

Omdat ik zonder veel moeite van azerty naar qwerty kan omschakelen – ik heb een ingebouwd schakelaartje in m’n hoofd – kreeg ik de eer om op de qwertymachine te typen. Jawel, een eer, want de machine in kwestie was de beroemde Bar-Lock, één van de vier machines (uit de collectie van in totaal 161 exemplaren) waar de grote W.F. Hermans zélf nog enkele boeken op geschreven heeft.

De beroemde rode IBM van W.F. Hermans

Hermans kocht De Bar-Lock in 1963, het jaar waarin ik geboren ben. Hij schreef er onder andere Nooit meer slapen op, een meesterwerk waarvoor hij in 1967 de Vijverbergprijs kreeg en dat in 2007 nog opgenomen werd in de lijst van beste Nederlandstalige boeken (naar aanleiding van een verkiezing georganiseerd door de NPS en het NRC Handelsblad). Hermans is overigens ook de enige auteur met niet één maar twee boeken in die lijst, en dat wil toch wel wat zeggen.

Voor de live demonstratie had ik een tekst afgedrukt die we dan zouden overtypen. Ik koos voor hoofdstuk 36 uit Nooit meer slapen. Ik wist op voorhand niet dat ik met de Bar-Lock zou mogen typen, en was uiteraard aangenaam verrast. Laat het even bezinken: gezeten aan het bureau van de auteur typ ik een fragment uit Nooit meer slapen, op de machine waarop hij zelf zowat vijftig jaar eerder datzelfde boek schreef. Ain’t that cool or what? Tussen het typen door gaf ik wat uitleg en beantwoordde ik graag de vragen van de geïnteresseerde genodigden.

Bijna alle schrijfmachines uit de collectie zijn ondertussen geadopteerd, maar er zijn er nog enkele over. Heb je belangstelling, kijk dan eens op de website van boekhandel Limerick.

www.limerick.be

woensdag 23 september 2015

Herfst

’t Is weer herfst. Om precies te zijn sedert 23 september, om 10.20 uur. Hoezo, 23 september? Hebben wij niet allemaal op school geleerd dat de herfst ieder jaar op 21 september begint, de winter op 21 december, de lente op 21 maart en de zomer op 21 juni?

Veel kans dat ze je dat inderdaad op school wijsgemaakt hebben, maar net als zoveel dingen die je op school leert, is dat dus gewoonweg verkeerd. Nou ja, gesimplifieerd, om de leerlingen niet nodeloos met ingewikkelde details op te zadelen. Maar de meesten blijven dan jammer genoeg wel voor de rest van hun leven met die onwaarheden zitten.

Herfst

Om te beginnen moeten we een onderscheid maken tussen de astronomische (sterrenkundige) herfst en de meteorologische (weerkundige) herfst. Weerkundigen hebben onderling namelijk afgesproken dat de weerkundige herfst op 1 september begint, de winter op 1 december, de lente op 1 maart en de zomer op 1 juni. Waarom? Omdat we normaal gezien rond die tijd al een weersverandering beginnen waar te nemen, maar vooral omdat de weerkundigen graag maand- en seizoenoverzichten maken, en dan is het gewoon praktischer als het begin van een nieuw seizoen samenvalt met het begin van een nieuwe maand.

Met de astronomische herfst zit het anders. Dat is niet zozeer een kwestie van onderlinge afspraak, maar van pure wetenschap. Het heeft te maken met de stand van de Aarde ten opzichte van de zon. Je weet wellicht dat de zon in de zomer veel eerder opkomt en veel later ondergaat dan in de winter, en dat de zon ’s zomers op de middag veel hoger aan de hemel staat dan ’s winters. Dat is trouwens de belangrijkste reden dat het in de zomer ook veel warmer is dan in de winter. Dat wordt allemaal veroorzaakt doordat de aardas (de as waarrond de Aarde om zichzelf draait) niet loodrecht op het baanvlak staat (het vlak waarin de Aarde om de zon draait), maar in een hoek van ongeveer 23½ graden.

Op het moment dat de zon haar hoogst mogelijke stand bereikt, spreken we van midzomer. Dan is de dag het langst en de nacht het kortst. Die dag is ergens rond 21 juni, maar het exacte moment is ieder jaar weer anders. Zo kan de zomer in sommige jaren al op 20 juni beginnen. Idem dito voor de andere seizoenen. Op welke dag het nieuwe seizoen – astronomisch gezien – begint, wordt ook beïnvloed door de schrikkeljaren. In een schrikkeljaar hebben we in februari immers een dag meer, waardoor het begin van de seizoenen meteen (ongeveer) een dag eerder valt dan het jaar ervoor. Daarna schuift het begin van de seizoenen geleidelijk aan met een aantal uren per jaar op, tot het volgende schrikkeljaar. Als we geen schrikkeljaren zouden hebben, dan zouden de seizoenen voortdurend blijven opschuiven.

De schuine stand van de aardas zorgt voor de seizoenen

Aan het begin van de astronomische herfst zijn dag en nacht exact even lang. De zon komt dan precies in het oosten op en gaat precies in het westen weer onder. Aan het begin van de astronomische lente is dat ook zo. Aan de evenaar staat de zon dan op de middag precies boven je hoofd! En dat was dus het geval op 23 september 2015, om 10.20 uur (onze tijd). In de zomer komt de zon meer noordelijk op en gaat ze ook meer noordelijk onder; in de winter meer zuidelijk.

Het begin van lente en herfst zijn de twee equinoxen. Equinox is een Latijns woord dat letterlijk betekent: ‘gelijke nacht’, waarmee bedoeld wordt dat de lengte van de nacht dan precies gelijk is aan die van de dag. Niet alleen hier bij ons, maar overal ter wereld. De terminator (de grote cirkel die de hele Aarde omvat en die de grens vormt tussen dag en nacht) loopt dan precies over de polen. Op andere dagen is dat niet het geval: dan schuift de terminator op richting poolcirkels, waardoor de zon aan de ene pool maandenlang boven de horizon staat en aan de andere pool maandenlang onder de horizon. Daardoor ontstaan de fenomenen van poolnacht en middernachtzon.

Om het misverstand de wereld uit te helpen: de herfst begint doorgaans op 22 of 23 september. De winter begint meestal op 21 of 22 december, de lente op 20 of 21 maart, en de zomer op 20 of 21 juni.

Als je goed opgelet (en wat gerekend) hebt, dan heb je misschien gemerkt dat niet alle seizoenen even lang duren. Dat komt doordat de Aarde in een elleptische baan om de zon draait, niet in een perfecte cirkel. Volgens de wetten van Kepler beweegt de Aarde dan sneller wanneer ze dichter bij de zon staat, en trager wanneer ze verder van de zon staat. De Aarde staat het dichtst bij de zon wanneer het bij ons winter is, en het verst in de zomer. Daardoor duurt de winter wat korter en de zomer wat langer. Het scheelt zo’n kleine vijf dagen: de zomer duurt 93,65 dagen, de winter slechts 88,89 dagen.

De baan van de Aarde om de zon is een ellips

Veel mensen denken verkeerdelijk dat de seizoenen veroorzaakt worden doordat de Aarde niet altijd even ver van de zon staat. Maar dat is volledig fout! De reden voor de seizoenen is de schuine stand van de aardas. De aardbaan is weliswaar een ellips, maar die ellips is helemaal niet langgerekt zoals je je een ellips doorgaans voorstelt. De elliptische aardbaan is bijna een perfecte cirkel, met een excentriciteit van amper 0,0167. Geloof me, dat is heel weinig. Op het tekeningetje hierboven is de excentriciteit flink overdreven. Wanneer de Aarde dichter bij de zon staat kan het weliswaar een beetje warmer worden dan wanneer de Aarde verder weg staat, maar dat effect valt volledig in het niet bij het veel grotere temperatuurverschil dat veroorzaakt wordt door de schuine aardas.

NB: mocht er toevallig iemand onder mijn lezers zijn die op het zuidelijk halfrond woont, dan moet je in bovenstaande tekst een aantal keer ‘zomer’ vervangen door ‘winter’, ‘lente’ door ‘herfst’, ‘noord’ door ‘zuid’, en vice versa, want daar is alles natuurlijk precies andersom. In Zuid-Amerika is dus zopas de lente weer begonnen. Misschien moeten we daar maar gaan overwinteren...

Feliz primavera!

dinsdag 8 september 2015

Terracottaleger

Deze zomer was in Oostende een interessante tentoonstelling te zien over het beroemde Chinese Terracottaleger. Op de valreep zijn we er afgelopen weekend nog naartoe geweest. De expo, die de naam The Terracotta Army and the First Emperor of China kreeg, bood een uitzonderlijke blik op het oude China van 2200 jaar geleden. Deze reizende tentoonstelling is de meest volledige ooit gemaakt over het Terracottaleger, de necropolis en het leven van Qin Shi Huang, China’s eerste keizer.

The Terracotta Arme and the First Emperor of China

Twee jaar geleden hadden we in het Chinees paviljoen in Epcot (Walt Disney World, Florida) al een voorsmaakje gekregen. Daar konden we verkleinde replica’s van de krijgers bewonderen, op schaal 1:5.

In Oostende waren meer dan driehonderd levensgrote reproducties te zien van de bekende beelden. Daarnaast ook wapens, munten en andere objecten uit die tijd. Overal hingen grote pancartes met beschrijvende teksten aan de muren, en alsof dat niet genoeg was, kregen we ook een audiogids mee. Ik was aangenaam verrast toen het apparaatje een bekende stem liet horen: die van stemacteur Philippe Bernaerts, die ik ook al in het tv-spotje voor de tentoonstelling had gehoord en die ik ken als mede-Star Trek- en scifi-fan.

De grootste archeologische vondst van de 20e eeuw, zo mag het Terracottaleger gerust genoemd worden, begon in maart 1974. Toen ontdekten Chinese boeren, die een waterput aan het graven waren, een eerste terracottasoldaat. Eén van die boeren doet zijn verhaal in een korte videovoorstelling. De opgravingen die volgden, brachten duizenden soldaten aan de oppervlakte, alsook paarden, strijdwagens en andere voorwerpen. Tot op vandaag zijn nog altijd archeologen aan het werk op de site, die nog lang niet al zijn geheimen heeft prijsgegeven.

De tentoonstelling geeft ons heel wat informatie over de geschiedenis van de eerste keizer van China, zijn (echte) leger en militaire veroveringen. We vernemen dat hij geen doetje was. Onthoofdingen, vierendelingen en andere martelpraktijken waren schering en inslag. We krijgen ook inzicht in het hele productieproces van de terracottabeelden en de geschiedenis van de archeologische opgravingen. De beelden zijn allemaal uniek en waren oorspronkelijk ook kleurrijk beschilderd. Ter demonstratie krijgen we enkele beschilderde replica’s te zien.

The Terracotta Arme and the First Emperor of China

De tentoonstelling is climactisch opgebouwd. Iedere volgende zaal is weer indrukwekkender dan de vorige. Op het einde krijgen we een recreatie te zien van een deel van een van de kuilen waarin de terracottakrijgers staan. Het is donker wanneer we de zaal binnenkomen, maar al gauw worden verschillende delen kleurrijk belicht, terwijl Philippe er deskundig uitleg over geeft.

We zijn heel blij dat we deze tentoonstelling op het laatste nippertje nog hebben kunnen zien. Het was meer dan de moeite waard, en we hebben er heel wat van opgestoken.

Jammer genoeg was Philippe blijkbaar niet gebrieft over de correcte uitspraak van al die Chinese namen die hij moest voorlezen. Je kunt het hem dus niet al te kwalijk nemen dat hij ‘Qin’ uitspreekt als ‘Kin’, terwijl het eigenlijk meer ‘Tsjin’ hoort te zijn; daar hadden de organisatoren toch beter op moeten letten. En ik vraag me ook nog steeds af waarom de organisatoren een zoekplaatje gemaakt hebben van de nummerbordjes voor de audiogids. In de volgorde van de nummers was namelijk geen enkele logica te ontdekken. Het sprong van 11 naar 9, even verder naar 30 en in de volgende zaal weer naar 23.

Ik had mijn fototoestel niet bij, maar ik heb heel wat foto’s gemaakt met mijn smartphone. Ik bied dus alvast op voorhand mijn excuses aan voor de povere kwaliteit van de plaatjes. Een selectie ervan vind je hieronder of op Google Photos.

www.expo-terracotta.be