vrijdag 31 juli 2015

Blauwe maan

Vandaag, 31 juli 2015, is er weer een blauwe maan. Je hebt vast al wel eens gehoord van een ‘blauwe maandag’. Maar weet je ook waar die uitdrukking vandaan komt?

Om te beginnen valt een blauwe maandag niet altijd op een maandag. Het kan immers net zo goed een dinsdag, een woensdag of gelijk welke andere dag van de week zijn. Je moet het immers lezen als ‘blauwe maan’-dag: een dag met een blauwe maan.

Maar waar slaat dat nu op, blauwe maan? De maan ziet er immers nogal grijs uit. Er zijn wel wat subtiele kleurschakeringen, maar je moet al behoorlijk kleurenblind zijn om te beweren dat de maan blauw is.

Blauwe maan

Eigenlijk heeft het ‘blauw’ helemaal niets te maken met de kleur van de maan. De Engelse term ‘blue’ zou komen van ‘to belew’. Omdat de etymologie van ‘blue moon’ stof is voor een artikel op zich, zal ik er hier verder niet over uitweiden.

Maar wat is dat nu, zo’n blauwe maan? Het is een fenomeen waarbij in één maand twee keer een volle maan te zien is. Die tweede volle maan wordt dan een ‘blauwe maan’ genoemd. Het komt per twee à drie jaar één keer voor, wat je dus als eerder zeldzaam zou kunnen omschrijven. Vandaar de Engelse uitdrukking ‘once in a blue moon’ voor dingen die slechts zelden gebeuren.

Astronomisch gezien is zo’n blauwe maan eigenlijk niets speciaals. Er wordt enkel aandacht aan het fenomeen besteed omwille van een toevalligheid met onze kalender, niet omdat er iets met de maan zelf aan de hand is.

Maar dat zal mij natuurlijk niet tegenhouden om vanavond naar de maan te kijken. Als er geen wolken voor zitten, tenminste…

donderdag 9 juli 2015

Nieuwe horizonten

Over enkele dagen, op 14 juli, is het zover: dan wordt de (ex-)planeet Pluto voor het eerst in de geschiedenis bezocht door een ruimtesonde. Pluto is de enige van de planeten waarvoor dat nog niet eerder gebeurd is.

Ik moet overigens wat voorzichtig zijn met het gebruik van het woord ‘planeet’, want sedert de Internationale Astronomische Unie het begrip ‘planeet’ gedefinieerd heeft in 2006 is Pluto geen planeet meer maar een dwergplaneet. Even terzijde: hoewel een dwergster wel degelijk een ster is, is een dwergplaneet in principe geen planeet. Maar hoe dat verhaal precies in elkaar zit, doe ik een andere keer uit de doeken.

New Horizons bij Pluto (artist's impression)

In de jaren zeventig van de vorige eeuw waren het de Voyagers die voor het eerst nieuwe planeten bezochten. De planeten zaten toen toevallig in een bijzonder gunstige positie voor een Grand Tour of the Solar System, waarbij Voyager 1 en Voyager 2 alle buitenplaneten in één keer zouden kunnen bezoeken.

Ook Pluto maakte oorspronkelijk deel uit van dat plan, maar om budgettaire redenen – de eeuwige spelbreker bij NASA – werd dat toen afgeblazen. Daardoor vlogen de Voyagers alleen langs Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Nu, bijna veertig jaar later, is Pluto eindelijk aan de beurt.

Ondertussen is zowat iedereen die het ruimtenieuws een beetje volgt, vertrouwd met de succesvolle missies naar Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus. Bij al die planeten hebben we ondertussen ruimtetuigen die er in een baan omheen draaien of hebben gedraaid, en die tal van prachtige foto’s en een hoop wetenschappelijke gegevens naar de Aarde hebben gestuurd.

We zijn gewend geraakt aan de betoverend prachtige en gedetailleerde beelden die we inmiddels te zien hebben gekregen van bijvoorbeeld de Jupitermanen of van de ringen van Saturnus. Op dit eigenste ogenblik draait de bijzonder succesvolle Cassini-ruimtesonde al meer dan elf jaar baantjes in het Saturnus-stelsel en krijgen we nog altijd interessante nieuwe gegevens binnen.

Wanneer New Horizons – zo heet het ruimtetuig dat op weg is naar Pluto – bij de dwergplaneet aankomt, zal het echter niet in een baan eromheen komen. Dat is gewoon technisch onmogelijk. Om New Horizons in zowat negen jaar tijd naar de uithoek van ons planetenstelsel te brengen, heeft het tuig een enorme snelheid meegekregen. Dat was nodig, want Pluto beweegt zich in een langgerekte ellips en verwijdert zich steeds verder van ons. Het toestel kan niet afgeremd worden en zal Pluto aan een snelheid van meer dan 13 kilometer per seconde voorbijschieten.

Ja, je leest het goed: New Horizons is meer dan negen jaar onderweg geweest om, wanneer het uiteindelijk bij Pluto aankomt, er aan een rotgang voorbij te vliegen. Voor je het goed en wel beseft, is het dus alweer gedaan. Het tuig komt niet in een baan om Pluto, kan niet uitgebreid de tijd nemen om de dwergplaneet en zijn manen tot in de kleinste details te bestuderen en zal niet jarenlang nieuwe foto’s blijven doorsturen. Het is een beetje zoals met de nieuwe Baron 1898-attractie in De Efteling: je staat drie uur in de blakende zon aan te schuiven en als je er dan eindelijk op kunt, is het na amper twee minuten en tien seconden alweer afgelopen...

Pluto zoals gefotografeerd door New Horizons op 8 juli 2015

Maar dat betekent niet dat we niet een hoop nuttige resultaten en nieuwe inzichten mogen verwachten. Momenteel nadert New Horizons Pluto steeds dichter en stuurt het elke dag scherpere en meer gedetailleerde foto’s door. Die zijn allemaal nog wat wazig, maar we hebben er al heel wat nieuwe dingen uit geleerd, en wanneer de sonde straks voorbij Pluto scheert, verwachten we een toevloed aan nieuwe data.

Die data ­­– foto’s en resultaten van wetenschappelijke metingen – zullen overigens met mondjesmaat op Aarde aankomen en de datastroom zal nog tot lang na de dichtste nadering blijven aanhouden. Door de grote afstand – Pluto bevindt zich momenteel op zowat 4,7 miljard kilometer van de Aarde – en het beperkte vermogen van New Horizons’ radiozender is de bandbreedte eerder klein en kunnen niet alle gegevens in real time doorgestuurd worden. De sonde slaat de foto’s en andere resultaten op in zijn geheugen en zal ze vervolgens beetje per beetje doorseinen. Op die manier zal het nog tot negen maanden na de ontmoeting duren vooraleer we alle gegevens hebben binnengekregen. Het is dus niet zo dat je op 14 juli in het avondjournaal al een compleet overzicht krijgt. Het geduld van de wetenschappers en andere geïnteresseerden wordt dus behoorlijk op de proef gesteld, maar op die manier krijgen we negen maanden aan een stuk wel voortdurend nieuwe gegevens binnen, dus het is toch wel een ander soort ervaring dan de climax van 2 minuten in De Efteling.

Maar wanneer New Horizons Pluto achter zich heeft gelaten, is de missie nog niet afgelopen. Voorbij de planeten bevindt zich immers de Kuipergordel, een verzameling van ijsdwergen waar Pluto eigenlijk deel van uitmaakt. Het is de bedoeling om de sonde langs nóg zo’n Kuipergordelobject te laten vliegen, om ook daar metingen te verrichten en foto’s te maken.

Over Pluto en New Horizons valt nog veel meer te schrijven, en dat zal ik later ongetwijfeld nog doen. De komende dagen houd ik alvast vol spanning de New Horizons-website in het oog.

Kijktip: 14 juli om 22.00 uur op National Geographic Channel: Mission Pluto!

Edit 2014-07-14: net verlopen op de NASA media briefing dat het versturen van alle data van de flyby nog zowat 16 maanden in beslag zal nemen.

pluto.jhuapl.edu

Terminator Genisys

Terminator GenisysHet lijkt wel retro-tijd in de bios. Vorige maand nog was er de reprise van de 33 jaar oude cultfilm Blade Runner, vervolgens 22 jaar na het origineel een nieuwe Jurassic Park-film, en nu, 31 jaar na de eerste Terminator een nieuwe Terminator-prent. Met Arnold Schwarzenegger nog wel!

Jurassic World en Terminator Genisys hebben een paar dingen gemeen: toen de eerste films uit beide franchises uitkwamen, waren ze meteen een hit; de sequels waren niet zo goed als de originelen, maar de vervolgen die dit jaar uitkwamen vond ik in beide gevallen subliem. Niet iedereen deelt weliswaar deze mening, maar wat mij betreft zijn de jongste telgen van de twee reeksen meer dan waardige opvolgers.

Een aantal scènes aan het begin van Terminator Genisys gaan terug op de originele The Terminator uit 1984, waarin Arnold Schwarzenegger de rol vervult van een cyborg die terug in de tijd is gestuurd om Sarah Connor (Linda Hamilton) te vermoorden.

In Genisys zien we eindelijk hoe deze Terminator vanuit de toekomst naar het verleden wordt gestuurd. Heel knap is dat we daarbij oudere en jongere versies van Arnold Schwarzenegger te zien krijgen. Voor een goed begrip: de Terminator is geen robot, het is een cyborg. Een cyborg is een combinatie van mens en machine. Komt goed uit, want op die manier komen ze ermee weg dat de Terminator, net als de acteur (Schwarzenegger) er nu een stuk ouder uitziet dan in 1984.

In de film zien we scènes die zich afspelen in 1982 en in 2017, met een jongere en een oudere Arnold Schwarzenegger. In 1982 zien we overigens twee versies van de Terminator: de jonge versie die we kennen uit de originele film, en een iets oudere versie die naar 1970 was teruggestuurd en sinds dan in deze tijdlijn is gebleven. (Ja, verhalen met tijdreizen kunnen soms een beetje ingewikkeld zijn, maar ik zal geen poging wagen om hier de hele plot uit de doeken te doen.)

Wanneer een film zich over een grote tijdspanne afspeelt, gebruikt men vaak jongere acteurs die men er dan door middel van make-up ouder laat uitzien. Het omgekeerde ligt immers niet zo voor de hand. Tegenwoordig kan het wel, maar dan door gebruik te maken van CGI in plaats van make-up. Dat hebben de makers van Genisys op een schitterende manier gedaan. Ook in Tron: Legacy werd al van deze techniek gebruik gemaakt om een jongere versie van Jeff Bridges te creëren.

Naast de te verwachten clichés en catchphrases – Come with me if you want to live en I’ll be back – bevat Terminator Genisys knappe actiescènes en visual effects, een paar plot twists en enkele momenten waarbij de fans van het genre zich helemaal kunnen uitleven. Zo was ik aangenaam verrast toen ik merkte dat er nóg een tijdreiziger in de film zat die ik niet meteen had verwacht: Doctor Who-acteur Matt Smith, in een niet onbelangrijke rol!

De grote lijnen van het Terminator-verhaal zijn genoegzaam bekend: in de toekomst keert een kunstmatige intelligentie, Skynet genaamd (niet te verwarren met de Belgische internetprovider die tegenwoordig Proximus heet), zich tegen de mensheid en wordt de wereld gecontroleerd door robots. Een klassiek sciencefictionthema. In Terminator Genisys zijn we in 2017 getuige van het ontstaan van Genisys, de voorloper van Skynet.

Mooi is dat het ontstaan van Genisys/Skynet gelinkt wordt aan wat we op dit eigenste moment in onze samenleving zien: zowat iedereen is tegenwoordig online, iedereen is via sociale en andere netwerken met elkaar verbonden en ons hele leven staat in de cloud. Ik ga ervan uit dat ze dat in 1984 toch niet hadden kunnen voorzien...

Wat mij betreft is Terminator Genisys de beste Terminator-film sedert The Terminator. Wat zeg ik? Misschien wel de beste Terminator-film ooit. Het verbaast me dan ook dat Genisys zo veel negatieve reviews heeft gekregen. Op IMdB krijgt de film nog een tamelijk goede score van 7.1/10, maar op Rotten Tomatoes staat de tomatometer op een schamele 26% met een score van 4.6/10 en op Metacritic haalt de film een metascore van amper 38/100. Dit bewijst nog eens wat ik al langer weet: dat je niet te veel belang moet hechten aan het oordeel van de filmcritici. Terminator Genisys is gewoon een goed gemaakte scifi-actiefilm die de fans van het genre zeker niet zal teleurstellen.

Ik kijk dus al met spanning uit naar de volgende delen, die in 2017 en 2018 zullen uitkomen.

www.terminatormovie.com

woensdag 1 juli 2015

FedCon 2015

Jullie hadden mijn jaarlijkse FedCon-verslagje nog tegoed. FedCon 2015 vond van 21 tot 24 mei plaats in Düsseldorf. Voorlopig voor het laatst, want vanaf volgend jaar verhuist Europa’s grootste sci-fi-conventie weer naar Bonn.

FedCon 2015

Het verslagje is iets minder lijvig dan dat van vorig jaar: slechts 20 pagina’s, uiteraard weer rijkelijk met foto’s geïllustreerd. Je kunt het lezen en/of downloaden op issuu, en voor meer foto’s moet bij Google Photos of Picasaweb zijn.

issuu.com/gebo007/docs/fedcon2015
picasaweb.google.com/gebotopia/FedCon2015
www.fedcon.de

Een seconde langer slapen!

Dat was welkom, die schrikkelseconde vorige nacht. Ik heb lekker een seconde langer kunnen slapen. Ik heb geen moeite gedaan om al mijn klokjes bij te regelen, want het sop is eigenlijk de kool niet waard. Het klokje in de microgolfoven mag gerust een seconde voor of achter lopen, zo secuur ben ik nu ook weer niet. Onze computers en smartphones komen vanzelf goed.

Net als een schrikkeldag in een schrikkeljaar zorgt een schrikkelseconde om de zoveel tijd ervoor dat de tijd die onze klokken aangeven, weer netjes in de pas loopt met het werkelijke tijdsverloop, dat bepaald wordt door de rotatie van de Aarde.

Schrikkelseconde

Iedereen weet wellicht dat een dag 24 uren telt en een jaar 365 dagen (een schrikkeljaar 366). Waarom er om de vier jaar een schrikkeljaar nodig is, weten al wat minder mensen. Ik leg het dus nog eens netjes uit. De duur van een dag wordt bepaald door de tijd die de Aarde nodig heeft om éénmaal om haar as te draaien; de duur van een jaar door de tijd nodig voor één volledige omloop om de zon. Helaas is de laatste niet netjes een veelvoud van de eerste. Een omloop om de zon duurt namelijk niet precies 365 dagen, maar ietsje langer. Ongeveer een vierde van een dag langer, zodat we na vier jaar eigenlijk een dag te kort komen. Om dat verschil op te vangen, voeren we dus om de vier jaar een extra dag in: een schrikkeldag.

Maar dan zijn we er nog niet. De Aarde doet er namelijk niet exact 365,25 dagen over om rond de zon te draaien. In werkelijkheid zit het meer in de buurt van 365,2422 dagen. Als we dus om de vier jaar een schrikkeldag invoeren, dan hebben we na ongeveer 400 jaar weer een dag of drie te veel. Daarom zit de regeling voor schrikkeljaren iets ingewikkelder in elkaar dan de meeste mensen weten. Tegenwoordig is de regeling als volgt:

Een schrikkeljaar is elk jaartal dat deelbaar is door 4, behalve de jaren die deelbaar zijn door 100, maar niet door 400. Dus 2012 was een schrikkeljaar, 2016 en 2020 zullen dat ook zijn, enz. Maar 1800 en 1900 waren géén schrikkeljaar, 2000 weer wel.

Deze regeling volgt de Gregoriaanse kalender, die in 1582 ingevoerd werd door paus Gregorius XIII. Vóór die tijd rekenden we met de Juliaanse kalender (nog ingevoerd door Julius Caesar). Gregorius had laten berekenen dat de Juliaanse kalender in 1582 inmiddels tien dagen achter liep op de werkelijke tijd. Hij besloot dan ook om tien dagen over te slaan: na donderdag 4 oktober volgde vrijdag 15 oktober. De data van 5 oktober 1582 tot 14 oktober 1582 bestaan dus niet! Althans niet in het deel van de wereld dat de Gregoriaanse kalender meteen aannam, want niet alle landen waren onmiddellijk overtuigd... Zo schakelde Griekenland pas in 1923 als laatste over op de Gregoriaanse kalender.

Hoewel de Gregoriaanse kalender een hele verbetering was ten opzichte van de Juliaanse kalender, loopt de Gregoriaanse tijdsbepaling nog niet helemaal in de pas met de werkelijke tijd. Daarom zal er af en toe (om de zoveel duizend jaar) nog een extra correctie nodig zijn, maar daar kunnen we mee leven.

De schrikkelseconde heeft echter een andere bedoeling. Waar de schrikkeldag tot doel heeft de lengte van het jaar te corrigeren, heeft de schrikkelseconde tot doel de lengte van de dag te corrigeren. Een dag is per definitie de tijd die de Aarde nodig heeft voor één omwenteling om haar as (ten opzichte van de zon), en eveneens per definitie is die tijd exact 24 uur. Dat zou allemaal mooi zijn als de omwentelingssnelheid van de Aarde constant zou zijn, maar dat is ze helaas niet. Zo kunnen veranderingen in de massaverdeling op Aarde een invloed hebben op de draaisnelheid. Een grote aardbeving, waarin een aanzienlijk deel van de aardkorst over een aanzienlijke afstand verplaatst wordt, verstoort het evenwicht en kan tot gevolg hebben dat de rotatiesnelheid lichtjes wijzigt. Zo heeft de aardbeving die aan de basis lag van de tsunami van 2004 ervoor gezorgd dat de Aarde weer iets sneller is gaan draaien. U en ik zullen het niet merken, maar atoomklokken merken het wel. Een nog grotere factor is echter de getijdenwerking door de maan, die ervoor zorgt dat de rotatiesnelheid van de Aarde langzaam maar zeker afneemt.

In tegenstelling tot de schrikkeldagen, die exact bepaald worden door de Gregoriaanse kalender, valt op voorhand niet te voorspellen wanneer de volgende schrikkelseconde eraan komt. Wetenschappers observeren voortdurend de rotatie van de Aarde, die zoals gezegd niet constant is, en wanneer ze vaststellen dat de afwijking tussen de aardrotatie en de atoomklokken te groot wordt, dan is het tijd voor een schrikkelseconde. Sedert de invoering van het systeem in 1972 zijn in totaal al 26 schrikkelseconden aan onze tijdrekening toegevoegd.

Schrikkelseconden kunnen op de laatste dag van juni of de laatste dag van december ingevoerd worden. In theorie zou er ook een negatieve schrikkelseconde kunnen komen (een seconde minder), maar in de praktijk is dat nog niet voorgekomen. De laatste minuut van 30 juni 2015 (UTC) kreeg 61 seconden in plaats van 60. Dus na 23:59:59 kwam niet 00:00:00, maar 23:59:60. UTC is de universele wereldtijd, wat min of meer hetzelfde is als Greenwich-tijd (GMT). Bij ons was het dus niet om middernacht, maar op 1 juli rond twee uur ’s ochtends.

NB: bij lezers die mijn blog al heel lang volgen, zal dit stukje wellicht niet helemaal onbekend overkomen. Ik heb eerder een gelijkaardig stukje gepubliceerd op 1 januari 2006 naar aanleiding van de toenmalige schrikkelseconde, maar dat was op mijn oude weblog en die is ondertussen al een tijdje offline.