dinsdag 19 september 2023

MathFest 2023

Afgelopen weekend vond in Volkssterrenwacht Beisbroek bij Brugge de eerste Vlaamse editie van MathFest plaats, een festival en een feest voor iedereen die van wiskunde houdt. Heel wat mensen krijgen waarschijnlijk nachtmerries alleen al bij het horen van het woord ‘wiskunde’, omdat ze niet zo’n beste herinneringen overhouden aan hun middelbare schooltijd, maar dat is helemaal nergens voor nodig. Wiskunde hoeft niet soffig en saai te zijn, het kan ook ontzettend leuk zijn. Daar waren de talrijke bezoekers van MathFest 2023 het allemaal roerend over eens!

In de tuin en in de lokalen van het kasteel Beisbroek, waar de volkssterrenwacht zijn vaste stek heeft, waren heel wat zaken te beleven. Er waren enkele geleide bezoeken aan de Imaginary-tentoonstelling en enkele boeiende presentaties door gastsprekers, maar de meeste actie vond plaats in de tenten die in de tuin waren opgesteld. Jonge en minder jonge bezoekers konden hun wiskundig brein prikkelen met een kampioenschap exotische sudoku, dromenvangers, doe-decaëders, Rubiks kubussen, torens van Hanoi, breinbrekers, en nog veel meer.

De blikvanger was ongetwijfeld het wereldrecord aperiodieke betegeling, waarvan de eerste tegel gelegd werd door niemand minder dan professor Jean Paul Van Bendegem. Toen ik het programma van MathFest 2023 voor het eerst onder ogen kreeg en ik dit item zag staan, dacht ik meteen aan M.C. Escher, die bekend stond om (onder andere) zijn vele kunstzinnige vlakvullingen. Ik ben al jarenlang een groot bewonderaar van Escher, en vorige maand bezocht ik nog Escher in het Paleis in Den Haag, een absolute aanrader!

Eerder dit jaar publiceerde amateur-wiskundige David Smith een artikel waarin hij een nieuwe tegelvorm beschreef waarmee een vlakvulling gemaakt kan worden, de zogenaamde ‘ein-stein-hat’. Dit heeft niets met Albert Einstein te maken, maar alles met het feit dat je maar één steen (ein Stein) nodig hebt om een vlak op een heel speciale manier op te vullen. Deze asymetrische tegel heeft namelijk de merkwaardige eigenschap dat hij geen patroon toelaat dat zichzelf periodiek herhaalt.

Aangezien deze speciale tegel nog maar erg recent werd ontdekt, was er nog geen eerder record dat gebroken moest worden. Kwestie dus om de recordpoging voldoende scherp te zetten, zodat ze lang stand kan houden. De organisatoren van MathFest hadden zichzelf vier uur de tijd gegeven om, met de hulp van het publiek en algoritmische ondersteuning van het wiskunde-duo Bollebus, een vooraf bepaald patroon van 6.250 tegels te vormen. En dat is gelukt, er was zelfs nog wat tijd over! De hele operatie werd nauwlettend in het oog gehouden door een gerechtsdeurwaarder.

Deze eerste editie van MathFest is alvast geslaagd. Volgend jaar weer, graag!

arxiv.org – David Smith et al., A chiral aperiodic monotile
bollebus.be
escherinhetpaleis.nl
www.platformwiskunde.be – Wereldrecord aperiodiek vloertegelen

donderdag 6 april 2023

30 jaar FACTS

We gaan verder in het rijtje met 30e verjaardagen: vorig jaar vierden we 30 jaar Disneyland Parijs, 30 jaar FedCon, 30 jaar Geert & Miche, en afgelopen weekend waren we toe aan 30 jaar FACTS. FACTS is de halfjaarlijkse Belgische Comic Con in Flanders Expo, waar telkens duizenden bezoekers op afkomen.

Voor mij was het meer dan drie jaar geleden dat ik nog op FACTS was. In het coronajaar 2020 (ook gekend als het jaar dat alles afgelast werd) ging het feestje uiteraard niet door. Op de eerste post-lockdowneditie waren er nog veel coronamaatregelen en achtte ik het verstandig om ver weg te blijven van grote mensenmassa’s. Ondertussen is de kust weer veilig en kunnen we weer zonder veel rompslomp overal naartoe. Ik was dus heel blij dat ik weer eens naar Gent kon sporen om acteurs uit mijn favoriete tv-series te ontmoeten, langs de vele stands met merchandising te kuieren, naar de cosplay-parades te kijken, bij te praten met enkele gelijkgezinden en onigiri te eten, de Japanse snack die ik dus meer dan drie jaar heb moeten missen...

Zes acteurs gaven zowel op zaterdag als op zondag een Q&A: Katie Leung, Lucie Pohl, Kyle Soller, Tyler Hoechlin, Alexander Ludwig en Daniel Gillies. Katie Leung (die ook eerder al op Comic Con Brussels te gast was) is voornamelijk gekend als Cho Chang in Harry Potter. Lucie Pohl is een komische actrice die een groot deel van het FACTS-publiek kent als Mercy in Overwatch (geen tv-serie maar een video game). Ik was vooral geïnteresseerd in twee acteurs: Kyle Soller, die de rol van Syril Karn vertolkt in Andor, en Tyler Hoechlin, die de rol van Superman speelt in Supergirl en Superman & Lois. Hij is ook bekend van Teen Wolf, maar die reeks heb ik niet gezien. En dan waren er tenslotte nog Alexander Ludwig, vooral gekend van Vikings, en Daniel Gillies, bekend van vampierenseries als The Vampire Diaries en The Originals.

Dat er in drie jaar tijd veel verandert, was te merken aan de cosplayers: voor het eerst kreeg ik onder andere Mandaloreans, Grogu’s en Wednesdays te zien...

Ook de fanclubs krijgen meer dan voldoende aandacht en ruimte op FACTS: de Droid Builders, het 501st Legion, de Whovians, de Lego-bouwers en natuurlijk The Belgian Voyage Club, de Belgische Star Trek-fans.

Zaterdagmorgen moest ik even aanschuiven alvorens ik binnen kon, maar zondag ging dat al wat vlotter. Toch werd het ook zondagnamiddag erg druk. Allemaal mensen die overduidelijk veel meer interesse hebben voor fantasy, anime, cosplay, comics, gaming en scifi dan voor de fameuze Ronde, die zondag zelfs aan mijn voordeur gepasseerd is, naar het schijnt, maar ik was natuurlijk niet thuis.

www.facts.be

woensdag 5 april 2023

Het einde van het optische schijfje

Gisteren hoorde ik op de radio dat steeds meer openbare bibliotheken, vaak met spijt in het hart, hun cd-afdeling sluiten. Het lijkt erop dat het einde van de compact disc nu definitief is ingezet, een proces dat al jaren aan de gang is. Zelf speel ik al jaren geen cd’tjes meer. Tegenwoordig downloaden we en streamen we onze muziek. Zelfs in de auto maken we amper nog gebruik van de glanzende schijfjes om naar onze favoriete deuntjes te luisteren.

Toen de compact disc in het begin van de jaren tachtig zijn intrede deed, zorgde de digitale muziekdrager voor een ware revolutie. Vóór die tijd luisterden we naar onze muziekverzameling via krakende en haperende vinylplaten of via bandopnemers en audiocassettes, waarbij het bandje niet zelden in het mechaniek vast kwam te zitten. De cd bracht een enorme verandering teweeg. Het schijfje moest niet meer halverwege worden omgedraaid (zoals platen en cassettes) en bood een superieure geluidskwaliteit, ook na talloze keren opnieuw afspelen.

Ik weet nog precies met welke twee albums mijn cd-collectie in 1984 begon: Hear the Light on Philips, een compilatie van klassieke muziek waarop om een of andere reden ook de Raiders of the Lost Ark March uit de eerste Indiana Jones-film stond, en Mamma, met Italiaanse klassiekers van Luciano Pavarotti. Mijn verzameling groeide snel aan, met voornamelijk klassieke muziek, filmsoundtracks en enkele synthesizer-albums. Ik had – en heb nog steeds – een uitgesproken voorkeur voor instrumentale muziek en kocht maar zelden iets van zangers. Uiteraard kwam er toen ook een gloednieuwe muziekinstallatie in huis, met een versterker en twee grote luidsprekers, waarmee het digitale geluid uitstekend tot zijn recht kwam. Wat een verschil met de eerder povere klanken die mijn draagbare cassetterecorder voortbracht!

De compact disc werd al snel niet enkel voor muziek gebruikt, maar kon ook andere digitale informatie bevatten: naast de audio-cd maakten we ook kennis met de cd-rom. Dat schijfje zag er precies hetzelfde uit, maar het bevatte software in plaats van muziek. Computers werden uitgerust met cd-lezers, en enige tijd later ook met cd-writers, zodat we onze eigen cd’s konden maken, zowel cd’s met muziek als cd’s met computerdata. De cd kreeg ook opvolgers, eerst in de vorm van de dvd (die voor opslag van video of computerdata gebruikt kon worden), later in de vorm van blu-ray (idem dito).

Net als de cd bracht de dvd een heuse revolutie teweeg. Vóór die tijd bekeken we films of tv-programma’s die opgenomen waren op een vhs-cassette, een soort oversizede audiocassette met videobeelden in lage resolutie en slechte kwaliteit (al hadden we dat toen blijkbaar niet door, want de tv-toestellen uit die tijd waren ook niet veel bijzonders). De kwaliteit van een film op dvd was stukken beter dan die van een film op vhs, dus dvd’s werden heel snel populair. Maar als je een dvd vergelijkt met de hogeresolutiebeelden van tegenwoordig (full HD, 4K of nog beter), dan zul je moeten toegeven dat de beeldkwaliteit van een dvd eigenlijk ondermaats is. Het verbaast me daarom dat er ook vandaag de dag nog zoveel dvd’s verkocht worden. Ik koop al jarenlang geen dvd’s meer. Als een film die ik écht wil zien niet te vinden is op een van de streamingdiensten, dan koop ik alsnog de blu-ray. Blu-rays hebben overigens vaak een toegevoegde waarde: niet zelden bevatten ze interessante extra’s die je niet via de streamingplatformen kunt bekijken.

Een tijdlang heb ik heel wat video’s gemonteerd die ik eerst op vhs, later op dvd bewaarde. Maar ook die tijd ligt ondertussen al jaren achter ons. Cd’s en dvd’s zijn echt niet meer van deze tijd. Ik bewaar nu mijn complete audiocollectie en al mijn video’s op externe harde schijven en usb-flashdrives. De muziek stream ik vanaf mijn thuisnetwerk naar mijn bluetoothspeaker en mijn video’s naar een van mijn tv-toestellen. Altijd de hele collectie bij de hand en geen gedoe meer met schijfjes. Voor in de auto heb ik een selectie van mijn muziekcollectie op een usb-stick gezet, dan moeten er tijdens het rijden ook geen cd’tjes meer gewisseld worden.

Wellicht ben ik heel ouderwets, want ik luister niet naar Spotify. Ik houd nog vast aan de idee van een persoonlijke muziekcollectie, weliswaar niet meer in de vorm van vinylplaten, audiocassettes of audio-cd’s, maar in de vorm van mp3-bestanden op mijn thuisnetwerk. Af en toe koop ik nog een muziekalbum, niet op cd maar als digitale download. Slechts héél uitzonderlijk zou ik nog wel eens een cd durven kopen, maar alleen wanneer het betreffende album niet als digitale download beschikbaar is. Die cd wordt dan meteen geript en verdwijnt vervolgens in een archiefdoos, zodat ik naar de mp3’tjes kan luisteren. De cd is passé, en de dvd zal weldra volgen.

donderdag 16 februari 2023

Windows 11

Vandaag ben ik dan toch maar ingegaan op het (ietwat opdringerige) voorstel van Windows om te upgraden naar de nieuwste versie, Windows 11. Vroeg of laat zou ik er toch aan moeten geloven, dus het had weinig zin om het onvermijdelijke nog langer uit te stellen.

Toen mijn computer klaar was met de upgrade en mij voor het eerst liet kennismaken met Windows 11, merkte ik, zoals verwacht, dat er van alles veranderd was.

Het eerste dat opviel was dat het startmenu er nu helemaal anders uitzag. Alle snelkoppelingen naar de softwarepakketten die ik het vaakst gebruik en die ik keurig in bij elkaar horende groepjes op mijn Windows 10-startmenu had gezet, waren verdwenen. Erger nog: er was allerlei nutteloze bloatware zoals Spotify, TikTok (!), Xbox, Instagram en domme spelletjes voor in de plaats gekomen. En betrekkelijk waardeloze Windows-apps zoals Kladblok (ik gebruik uiteraard een veel geavanceerder teksteditor) of Paint (wat kun je daar nu mee aanvangen?).

Kijk, dat vind ik dus totaal niet kunnen. Ik moet nu weer een hoop tijd en moeite steken in het verwijderen van al die nutteloze rommel en mijn startmenu weer helemaal opnieuw organiseren voordat ik weer comfortabel en efficiënt aan het werk kan. Weer veel onnodig tijdverlies dus.

En uiteraard – maar dat was geen verrassing – wil Microsoft mij weer Edge, Bing en Mail laten gebruiken in plaats van mijn vertrouwde Google-producten. Microsoft doet al jarenlang héél hard zijn best om zo veel mogelijk Chrome-gebruikers over te laten stappen naar Edge. Het af en toe uitbrengen van nieuwe Windows-versies is daarbij een strategische zet. Dus ook bij deze nieuwe Windows 11 hoort een nieuwe Edge die maar o zo graag al mijn Chrome-instellingen, ‑cookies, ‑wachtwoorden, ‑bladwijzers en nog veel meer – liefst helemaal automatisch zonder dat ik het in de gaten heb – wil importeren in Edge, om vervolgens van Edge mijn standaardbrowser te maken. Neen, Microsoft, neen, neen en nog eens neen!

Sinds Microsoft Internet Explorer begraven heeft en de op Chromium gebaseerde Edge heeft geïntroduceerd, is hun aanpak alleen maar agressiever (of wanhopiger?) geworden. Edge en Chrome zijn allebei gebaseerd op Chromium, waardoor beide browsers zich op heel wat punten zo goed als identiek gedragen, zodat veel gebruikers het verschil niet meteen merken en er vaak pas na lange tijd achter komen dat ze met Edge aan het browsen zijn in plaats van met Chrome. Ik ben wel heel positief over het feit dat de standaardbrowser van Microsoft nu gebouwd is op Chromium en dus allerlei webstandaarden veel beter respecteert dan het eigenzinnige Internet Explorer, dat voor ontwikkelaars een ware nachtmerrie was. We zijn nu toch in ieder geval eindelijk van IE af, en daar kan ik alleen maar blij om zijn.

Over de gecentreerde pictogrammen op de taakbalk van Windows 11 ben ik niet bepaald enthousiast, en te oordelen aan het grote aantal artikels op het internet die je uitleggen hoe je die weer naar links krijgt, ben ik duidelijk niet de enige. Wil Microsoft Windows misschien meer op de gestroomlijnde gebruikersinterface van MacOS laten lijken? Het gevolg is jammer genoeg dat de Start-knop daardoor niet meer op een vaste plek staat. Hij schuift namelijk om de haverklap op naar links of naar rechts, afhankelijk van het aantal pictogrammen op de taakbalk. Ik besloot dus al snel om de taakbalkpictogrammen weer links uit te lijnen, zodat ik er tenminste op kan rekenen dat mijn Start-knop zich altijd op dezelfde plek bevindt: in de linkerbenedenhoek zoals vroeger, nog zo makkelijk. If it ain’t broke, don’t fix it!

Alle vensters hebben nu ook weer afgeronde hoeken, een feature die we al in eerdere Windows-versies hadden gezien, die daarna weer afgeschaft werd, en die nu terug is. Bij Microsoft weten ze blijkbaar niet goed wat ze nu eigenlijk willen.

Maar wat is er aan de hand met de Verkenner? Zo veel verspillende interlinie tussen de items, waardoor ik weer nodeloos moet scrollen in mappen met veel bestanden! Gelukkig kan ik terug naar de compacte weergave van Windows 10, die veel efficiënter is!

De frisse look-and-feel van Windows 11 vind ik best oké, maar voor de rest moeten ze bij Microsoft niet te opdringerig gaan doen en dingen die goed werken vooral niet gaan vervangen door dingen die minder goed werken.

woensdag 5 oktober 2022

JVS/VVS-weekend en ESA open dag 2022

Het eerste weekend van oktober stond traditioneel weer helemaal in het teken van sterrenkunde en ruimtevaart. In Genk hield de JVS/VVS haar 36e JVS/VVS-weekend, dat net zoals vorig jaar ook via streaming gevolgd kon worden. Daar heb ik dankbaar gebruik van gemaakt. Op die manier kon ik op zaterdag alle presentaties online bijwonen zonder mij naar de andere kant van het land te moeten verplaatsen. Bijkomend voordeel: ik kon dan ook wat langer uitslapen. Dat was nodig, want zondag moest ik vroeg opstaan als ik op tijd in Noordwijk wou zijn. Daar vond voor de elfde keer de ESA open dag plaats bij ESTEC (European Space Research and Technology Centre), het grootste onderzoeks- en technologisch centrum van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Die verplaatsing vond ik wél de moeite waard, want op de ESA open dag kun je niet alleen presentaties volgen, je kunt er ook een bezoek brengen aan de gebouwen en installaties van ESTEC, astronauten ontmoeten, kennis maken met onderzoekers en nog veel meer.

36e JVS/VVS-weekend

Maar daarover heb ik het straks. Eerst terug naar zaterdag. Het JVS/VVS-weekend vond plaats in de Limburgse Volkssterrenwacht Cosmodrome. Net als vorige edities stond er een evenwichtige mix van verschillende onderwerpen op het programma, gebracht door professionele astronomen én door jeugdige en al wat rijpere amateursterrenkundigen. Op zaterdag waren het met name twee jeugdige sprekers die bijzonder boeiende onderwerpen op een uitstekende manier wisten te brengen. In de voormiddag had Wout Goesaert, astronomiestudent aan de Universiteit van Leiden en voorzitter van JVS-Descartes in Limburg, het over zijn onderzoek naar kosmische magneetvelden in sterrenstelselclusters door middel van gepolariseerd radiolicht – een hele mondvol.

Na de lunch was het dan de beurt aan Daan Van Waesberghe, met een al even boeiend gebrachte lezing met als titel ‘Op zoek naar de stochastische gravitatiegolfachtergrond’. Daan won eerder dit jaar overigens de eerste prijs bij de Vlaamse Sterrenkunde Olympiade, een wedstrijd die sinds 2008 jaarlijks georganiseerd wordt door de JVS/VVS in samenwerking met de universiteiten van Leuven, Gent en Brussel en met de Nederlandse Sterrenkunde Olympiade.

Er stond ook een boekvoorstelling op het programma: ‘Nucleosynthese’, door professor Claude Doom. Het boek ontstond naar aanleiding van de gelijknamige cursus die de auteur in het voorjaar van 2021 gaf voor Volkssterrenwacht Beisbroek, en die ik met belangstelling gevolgd heb. Ik heb al meerdere cursussen van hem gevolgd, en hij weet als geen ander vaak complexe materie op een zeer bevattelijke en boeiende manier uit te leggen. De bijgaande powerpointpresentaties zijn ook altijd zeer duidelijk, verhelderend en mooi vormgegeven. Dit boek is ongetwijfeld een aanrader voor al wie nu eindelijk eens wil weten waar alle chemische elementen waaruit de wereld om ons heen is samengesteld, vandaan komen.

Professionele gastsprekers waren dr. Rik ter Horst met ‘Schmidt-Cassegrain-optiek, van groot naar klein’ en prof. dr. Huib Jan van Langevelde met ‘Inzoomen op superzware zwarte gaten met millimetertelescopen’, ook twee erg interessante lezingen.

De presentaties van zondag (met o.a. prof. dr. Christoffel Waelkens over de James Webb-telescoop) heb ik gemist omdat ik die dag bij ESTEC was, maar binnenkort worden alle presentaties van het weekend voor de deelnemers online beschikbaar gesteld, en dan hoop ik de gemiste lezingen alsnog te kunnen bekijken.

11e ESA open dag bij ESTEC

Het JVS/VVS-weekend mag dan bijzonder boeiend zijn, nóg interessanter is natuurlijk een bezoek aan ESTEC, waar de ESA open dag na twee digitale edities voor het eerst sinds 2019 weer fysiek kon plaatsvinden. Bij ESTEC worden ruimtemissies gepland en ontworpen en worden satellieten getest alvorens ze (elders) in de raket worden gestopt die hen naar de ruimte zal brengen. Als Europeanen mogen we best trots zijn op ESA. Onze Europese ruimtevaartorganisatie beschikt over het beste satellietnavigatiesysteem en de beste aardobservatiesatellieten ter wereld.

Bij de ingang ontmoette ik mijn Nederlandse space- en scifi-buddy’s Annette en Detlef, met wie ik de dag verder zou doorbrengen. Na de openingsceremonie begonnen we met een bezoek aan het hoofdgebouw, met heel wat stands over de lopende en geplande ESA-ruimtemissies: Solar Orbiter, BepiColombo, Juice, Cheops, ... Uiteraard ook aandacht voor de James Webb-ruimtetelescoop (een gezamenlijke missie van ESA, NASA en CSA). Aan elke stand waren posters, stickers en andere goodies te krijgen. Ook aandacht voor Careers at ESA: informatie voor jongeren (of iets minder jongeren) die ervan dromen om voor de ESA te gaan werken.

Het hoofdgebouw is via een lange, brede gang verbonden met het lab. Ook in die gang een aantal interessante standen, o.a. over Galileo (de Europese tegenhanger van GPS). In de aansluitende gang van het lab heel wat informatieve standen over zonnepanelen, reactiewielen, aardobservatie, geavanceerde materialen etc.

Even verderop kunnen we een werkende centrifuge bekijken: de Large Diameter Centrifuge. Hierin wordt verhoogde zwaartekracht gesimuleerd ten behoeve van wetenschappelijke experimenten. Het doet me denken aan een scène uit Moonraker, de James Bond-film waarin 007 met een spaceshuttle van het fictieve Drax Industries naar de ruimte reist (en bijna het loodje legt in een op hol geslagen centrifuge).

Het bezoek aan het Test Centre is een beetje teleurstellend. Hier kunnen we enkel een nieuwe cleanroom bezichtigen. In tegenstelling tot vorige keren is de rest van het Test Centre dit jaar verboden terrein voor bezoekers, omdat er toestellen opgesteld staan die top secret zijn! Bij mijn eerste bezoek, in 2018, heb ik in het Test Centre onder andere de indrukwekkende Hertz radio frequency test chamber kunnen aanschouwen, die een complete satelliet kan huisvesten. In die reusachtige kamer, waarvan de wanden bekleed zijn met materialen die radiogolven absorberen en op die manier de lege ruimte simuleren, worden grote antennesystemen of hele satellieten getest.

Tijdens de open dag kon het publiek kennismaken met twee ESA-astronauten: de Nederlander André Kuipers (vaste klant bij ESTEC) en de Duitser Matthias Maurer. Maurer vloog in november vorig jaar naar het ISS met de SpaceX Crew-3-vlucht, met een Crew Dragon-capsule van SpaceX, het commerciële ruimtevaartbedrijf van Elon Musk. Daarmee werd hij de 600e persoon in de ruimte. Tijdens zijn praatje vertelt hij over zijn verblijf in het ISS en zijn vlucht met de Crew Dragon.

Daarna volgen we twee hoogst interessante presentaties: een eerste over de James Webb-telescoop en een tweede over het Artemis-project, dat in de eerstkomende jaren weer mensen naar de maan moet brengen (maar ondertussen met wat vertraging te kampen heeft).

Na een bezoek aan het Erasmus-gebouw met maquettes en replica’s van ruimtetuigen (o.a. het Columbus Orbital Lab) en de grote NL Space Tent, waarin vooral de Nederlandse ruimtevaartactiviteiten in de verf gezet worden, komen we bij het podium van Space Rocks, een initiatief dat omschreven wordt als ‘a celebration of space exploration and the art, music, and culture it inspires’.

Een van de gasten was de Britse actrice Dominique Tipper, gekend van haar rol als Naomi Nagata in de alom geprezen scifi-serie The Expanse. Eerder op de dag was er al een gesprek geweest met Andy Saunders over zijn nieuwe fotoboek Apollo Remastered, met foto’s van de Apollo-missies. Jammer dat ik dat heb gemist, maar ik was wel op de hoogte van het verschijnen van dit nieuwe boek, dat binnenkort beslist een plaatsje in mijn boekenkast krijgt. Voor het boek werden nieuwe hogedefinitiescans van het originele filmmateriaal gemaakt en de beelden werden digitaal verbeterd tot een verbluffend gedetailleerd, contrastrijk en kleurrijk resultaat.

We waren wel nog op tijd voor Mark McCaughreans presentatie over de James Webb-ruimtetelescoop. Zoals we van Mark gewoon zijn – we hebben hem al vaak aan het werk gezien, zowel op eerdere edities van de ESA open dag als op FedCon, de scifi-conventie in Duitsland waar we ieder jaar naartoe gaan – was de presentatie weer tot in de puntjes verzorgd en bijzonder interessant en informatief.

Daarna waren er nog twee programmapunten: een panel met Andy Saunders en Matthias Maurer, en tenslotte ‘The Rhythm of Space’, waarin dj Lilly Palmer haar nieuwste project kwam voorstellen. Ik ben niet zo’n fan van dj’s en had dus nog nooit van Lilly Palmer gehoord, maar ze is blijkbaar wel bekend bij liefhebbers van het genre. Wat doet zo’n dj op de ESA open dag, vraag je je misschien af. Welnu, ze heeft een video mogen opnemen in de befaamde Hertz room, die het publiek deze keer niet mocht bezoeken. Het resultaat kun je zien op haar YouTube-kanaal. Ik heb een poging gedaan om er eens naar te luisteren. Het duurt maar liefst een uur en vijf minuten, maar gaat al snel vervelen wegens bijzonder monotoon en repetitief. Ik heb het dus niet helemaal uitgekeken. Maar de setting is natuurlijk wel uniek. Een video mogen opnemen in de Hertz room, wie zou daar niet voor tekenen?

www.amazon.nl/Apollo-Remastered
www.esa.int
www.esa.int/About_Us/ESTEC
www.esa.int/About_Us/ESTEC/Open_Day_2022
www.space-expo.nl
www.vvs.be
www.vvs.be/nucleosynthese
www.vvs.be/subsite/vlaamse-sterrenkunde-olympiade
youtu.be/r3YCGFKwBr8

zondag 18 september 2022

Space – The Human Quest

Al sinds eind april loopt in Antwerp Expo de tentoonstelling Space – The Human Quest. Om een heleboel redenen was ik er nog niet eerder geraakt, maar afgelopen weekend heb ik de expo samen met mijn gezin eindelijk kunnen bezoeken. Het was even zoeken naar de ingang, want we konden Antwerp Expo niet binnen langs de gebruikelijke ingangen aan de Jan van Rijswijcklaan. We moesten via de ‘achteringang’ aan de Vogelzanglaan. Toch een beetje vreemd voor een groots opgezette tentoonstelling die wordt aangekondigd als ‘de grootste ruimtevaartexpo van Europa’.

Goed punt: er is een audiogids, in tegenstelling tot de vorige grote ruimtevaarttentoonstelling die we in 2015 bezochten in Brussels Expo: Gateway to Space. Nog een goed punt: er zijn aparte versies van de audiogids voor volwassenen en voor kinderen, zodat iedere bezoeker de uitleg krijgt op een aangepast niveau.

De tentoonstelling begint met een mooie videocompilatie die in enkele minuten tijd op drie videoschermen de geschiedenis van de (bemande) ruimtevaart samenvat, en zelfs een blik werpt op de plannen voor de nabije toekomst. Daarna kun je op eigen tempo doorheen de rest van de tentoonstelling wandelen en de uitleg beluisteren via de audiogids. Wie geen zin heeft in de audiogids, kan ook de wat beknoptere begeleidende teksten lezen.

Space – The Human Quest laat op 2.000 m² tal van historische objecten, modellen en replica’s van ruimtetuigen zien, voornamelijk van de NASA en de ESA. Enkele van die replica’s (her)kende ik van eerdere tentoonstellingen. Het horizontaal opgestelde model met de verschillende trappen van de Saturnus V-maanraket leek verdacht veel op het model dat ik in 2014 op de ruimtevaarttentoonstelling in Utrecht had gezien (A Human Adventure), en als ik me niet vergis was ook de replica op ware grootte van de neus van de spaceshuttle hetzelfde exemplaar dat in Utrecht opgesteld stond. In dat model kun je ontdekken hoe de cockpit van een spaceshuttle eruit ziet.

Maar de tentoonstelling in Antwerpen liet nog veel meer moois zien: een kopie van een Russische Vostok, een Mercury-capsule, een Gemini-capsule en een Apollo-capsule. Geen échte ruimtevaartuigen, maar allemaal kopies dus. Die geven een perfect beeld van hoe zo’n ruimtetuig eruit ziet, maar het is natuurlijk indrukwekkender om naast een échte Apollo-capsule te staan, die in de ruimte heeft gevlogen en de sporen van de terugkeer door de atmosfeer vertoont, zoals de Friendship 7 van John Glenn of de Columbia die de Apollo 11-astronauten naar de maan bracht, toestellen die ik in het National Air and Space Museum in Washington kon aanschouwen, of de Kitty Hawk, de commandomudule van Apollo 14, die ik in het Kennedy Space Center bezocht.

The Human Quest is een mooi opgezette tentoonstelling die heel wat boeiend materiaal laat zien. Na het eerste deel van de expo – de ‘space tunnel’ – kom je in een grote zaal waar een levensgrote replica van een maanlander staat opgesteld. Het blijft indrukwekkend om te zien hoe groot zo’n ding in het echt is. Thuis heb ik er een kleiner model van staan, drie jaar geleden zelf gebouwd met Lego. Meer dan een half leven geleden heb ik ook nog eens een Revell-model van de maanlander gebouwd, maar dat exemplaar heeft de tand des tijds niet overleefd. In de buurt van de maanlander staat ook een opengewerkt model van de maanlander-cockpit en een model van een Lunar Rover, de maanauto die de astronauten van de latere maanvluchten in staat stelde om een groter gebied rond hun lander te verkennen.

Maar de tentoonstelling bevat niet enkel kopies of schaalmodellen van ruimtetuigen, er zijn nog heel wat andere interessante dingen te zien, zoals historische foto’s en documenten, een mooie ruimtevaart-postzegelverzameling, een door zeven Apollo-astronauten gesigneerd exemplaar van Hergé’s Kuifje-album On a marché sur la lune (Mannen op de maan), een origineel Apollo 11-vluchtplan, verzekeringsenveloppes van Apollo-astronauten, artefacten die in de ruimte hebben meegevlogen, door de astronauten gesigneerde foto’s, etc.

De verzekeringsenveloppes waren enveloppes met ruimtevaart-postzegels en speciale Apollo-gerelateerde opdrukken, gesigneerd door de astronauten. Omdat de maanastronauten indertijd geen levensverzekering konden afsluiten – geen enkele verzekeringsmaatschappij durfde het risico nemen – hadden ze zelf een manier bedacht om hun gezin financieel veilig te stellen mochten ze hun ruimtevlucht niet overleven. Stel dat de astronauten tijdens hun maanreis omgekomen zouden zijn, dan zouden hun weduwes de enveloppes achteraf ongetwijfeld voor een aanzienlijk bedrag hebben kunnen verkopen.

Ook het beeldje Fallen Astronaut van Paul Van Hoeydonck krijgt de nodige aandacht. Van Hoeydoncks aluminium beeldje (8,5 cm groot) is tot nu toe het enige kunstwerk op een ander hemellichaam – en de kunstenaar is een Belg, daar mogen we toch wel een beetje trots op zijn. Een poosje geleden werd op Canvas nog een documentaire over het kunstwerk en zijn kunstenaar uitgezonden (helaas niet langer beschikbaar op VRT Max, ze hadden wellicht extra serverruimte nodig voor De Kampioenen).

Uiteraard worden ook de twee Belgische astronauten, Dirk Frimaut en Frank De Winne, in de picture geplaatst met foto’s, video’s, persoonlijke voorwerpen (o.a. Frimouts crew notebook) en ruimtepakken (Frimouts flight suit en De Winnes Russische drukpak). Dirk Frimout is ondertussen met pensioen, maar Frank De Winne is momenteel nog actief als hoofd van het opleidingscentrum voor ESA-astronauten in Keulen. Tijdens zijn tweede ruimtevlucht in 2009 werd De Winne de eerste Europese gezagvoerder van het internationaal ruimtestation.

De tentoonstelling heeft nog veel meer moois in petto. Je hebt nog tot 16 oktober de tijd om het zelf in Antwerpen te gaan ontdekken.

www.xpospace.be

donderdag 18 augustus 2022

NECSS 2022

Voor het derde jaar op een rij heb ik de Northeast Conference on Science and Skepticism bijgewoond, kortweg NECSS (uitgesproken als ‘nexus’). Vroeger kon ik er nooit naartoe, want deze conferentie vond altijd plaats in New York, en dat is toch een heel eind pendelen. Sinds 2020 echter (dankzij de covid-19-pandemie) is NECSS omgevormd tot een volledig online gebeuren. De organisatoren zagen meteen het voordeel van deze nieuwe manier van werken: in plaats van hooguit enkele honderden voornamelijk Amerikaanse bezoekers konden ze voortaan bogen op een wereldwijd publiek van om en bij de 1.500 belangstellenden! De nieuwe formule is zo succesvol dat de organisatoren er de komende jaren alvast mee willen doorgaan, covid of niet.

NECSS 2022 vond plaats tijdens het weekend van 5 en 6 augustus, op het ogenblik dat ik in Maastricht zat (neen, niet voor grootste Ironman-triatlon van de Benelux, maar voor het 53e Intersteno-congres). Toch heb ik geen seconde van NECSS moeten missen, want ik kon het gebeuren na thuiskomst gewoon uitgesteld bekijken.

Het thema dit jaar was Navigating the Misinformation Apocalypse, een zeer actueel onderwerp. We maken allemaal vrijwel dagelijks gebruik van het internet, van radio- en tv-programma’s en/of van de geschreven pers om op de hoogte te blijven van wat er in de wereld gebeurt. Maar niet al die nieuwsbronnen zijn even betrouwbaar of geloofwaardig. Ik vertel je niets nieuws wanneer ik je zeg dat er héél veel desinformatie de wereld ingestuurd wordt.

In zijn inleiding lichtte Steven Novella (neuroloog en docent aan de Yale University School of Medicine (USA) en organisator van NECSS) de twee termen toe. We spreken van misinformatie wanneer verkeerde informatie verspreid wordt, niet noodzakelijk met de bedoeling om te misleiden; we spreken van desinformatie wanneer doelbewust onjuiste informatie verspreid wordt. Dat laatste kan om allerlei redenen, bv. om het doelpubliek aan te zetten tot kopen of doneren, om hen te overtuigen om voor een bepaalde politieke kandidaat te stemmen, om hen voor een bepaalde ideologie of levensbeschouwing te winnen, of ronduit om hen uit te buiten en op te lichten.

De keynote op vrijdagavond bestond uit een anderhalf uur durend gesprek tussen niemand minder dan David Copperfield en Bill Nye. Copperfield is een wereldberoemde illusionist naar wie tal van mensen heel erg opkijken. Al decennia lang voert hij opmerkelijke illusie-shows op en hij is bijzonder bedreven in wat hij doet. Copperfield voert nog steeds 14 shows per week op in Las Vegas. Een illusionist misleidt zijn publiek voortdurend, maar toch is hij geen bedrieger: als je naar een goochelshow gaat, dan wéét je immers van tevoren dat je bedrogen zult worden waar je bij staat; je wéét dat de goochelaar trucs uithaalt, illusies opvoert en je misleidt. Copperfields illusies zijn zó verbluffend realistisch, dat sommige mensen, zo vertelt hij, er heilig van overtuigd zijn dat hij over bijzondere (bovennatuurlijke) gaven beschikt. Er is een categorie van mensen die halsstarrig weigeren te geloven dat het om illusies gaat, en blijven zweren dat Copperfield écht kan vliegen of écht door de Chinese Muur kan lopen (wat voor alle duidelijkheid dus niet het geval is, duh!).

Zo haalde Copperfield het voorbeeld aan van James Brown (de beroemde soul-zanger), die maar niet wou geloven dat het om illusies gaat, en van een arts (!) die er niet in slaagde zijn zoon van zijn hoofdpijn af te helpen en ten einde raad bij David Copperfield ging aankloppen, omdat hij ervan overtuigd was dat hij dat met zijn ‘magie’ wél zou kunnen. Artsen zouden beter moeten weten: ze hebben een degelijke wetenschappelijke opleiding achter de rug, maar blijkbaar is dat geen voldoende garantie om gespaard te blijven van geloof in bovennatuurlijke hocus pocus.

Uit dat laatste voorbeeld onthouden we dat het beslist niet alleen domme of minder goed opgeleide mensen zijn die in nonsens geloven; ook intelligente mensen die een degelijke opleiding genoten hebben en van zichzelf vinden dat ze rationele denkers zijn, kunnen net zo goed ten prooi vallen aan bijgeloof en pseudowetenschappelijke onzin. Meer nog: als je eenmaal rotsvast in iets gelooft (ook al is het aantoonbaar onwaar), dan helpt je opleiding en intellect vaak mee om allerlei (drog)redenen te verzinnen om dat geloof te rationaliseren. Dat maakt het ontzettend moeilijk om mensen te overtuigen van wat waar en wat niet waar is.

Zelfs als rationeel denkende sceptici moeten we er ons steeds van bewust zijn dat ook wij te allen tijde in zo’n val kunnen trappen. We moeten daarom vooral voortdurend onze eigen denkbeelden, en niet alleen die van anderen, in vraag stellen en aan een kritische analyse onderwerpen. Hier is alvast één waarheid: iedereen, ook jij, beste kritische lezer, gelooft op dit moment op zijn minst één ding dat onwaar is. Het feit dat zowel minder goed opgeleiden als intellectuelen met evenveel ontzag en verbazing naar de illusies van iemand als David Copperfield zitten te kijken, bewijst dat we allemaal even vatbaar zijn voor misleiding. Houd deze bemerking in gedachten de volgende keer dat je denkt ergens 100% zeker van te zijn.

Bill Nye is vooral in de Verenigde Staten gekend als The Science Guy, die vooral in de jaren 90 zijn best deed om op tv wetenschap en technologie op een bevattelijke manier uit te leggen (een beetje zoals Chriet Titulaer bij ons een decennium eerder al deed). Enkele jaren geleden had hij nog een succesvolle wetenschapsshow op Netflix onder de titel Bill Nye Saves the World. Hij is ook de CEO van The Planetary Society, een internationale organisatie ter promotie van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van astronomie en ruimtevaart (in 1980 opgericht door Carl Sagan).

De hoofdbrok van NECSS 2022 was voor de zaterdag, met meerdere respectabele sprekers. De dag begon met een bijzonder interessant gesprek tussen Steven Novella en Richard Wiseman, professor psychologie aan de universiteit van Hertfordshire (UK). Verder waren er nog presentaties van Ilyse Hogue, Adam Berinsky, Christie Aschwanden, Andrea Jones Rooy, Jennifer Pann, Akil Patterson en Kasha Patel, en uiteraard zoals elk jaar een live aflevering van de SGU Podcast, waarin actuele wetenschappelijke onderwerpen besproken worden. Het geheel werd zoals gewoonlijk erg vlotjes aaneengepraat door George Hrab (muzikant en scepticus).

Wil je het allemaal zelf bekijken? Dat kan. Hoewel het live event afgelopen is, kun je nog steeds registreren op necss.org. Je krijgt dan nog tot eind oktober toegang tot de video’s van alle presentaties.

necss.org
planetary.org
www.theskepticsguide.org